Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gelegenheid:
  2. gelegen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gelegenheid from Dutch to German

gelegenheid:

gelegenheid [de ~ (v)] nomen

  1. de gelegenheid (mogelijkheid; kans)
    die Möglichkeit; die Chance; die Gelegenheit

Translation Matrix for gelegenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Chance gelegenheid; kans; mogelijkheid
Gelegenheit gelegenheid; kans; mogelijkheid kans; verkoopkans
Möglichkeit gelegenheid; kans; mogelijkheid kans; perspectief; toekomst; verkoopkans; vooruitzicht

Related Words for "gelegenheid":


Related Definitions for "gelegenheid":

  1. café of restaurant1
    • in welke gelegenheid drinken we iets?1
  2. een gunstig moment1
    • dit is de gelegenheid om je wat te vragen1
  3. plechtige, feestelijke gebeurtenis1
    • bij deze gelegenheid hoort champagne1

Wiktionary Translations for gelegenheid:

gelegenheid
noun
  1. mogelijkheid tot

Cross Translation:
FromToVia
gelegenheid Möglichkeit; Gelegenheit; Chance chance — an opportunity or possibility
gelegenheid Gelegenheit occasion — favorable opportunity

gelegenheid form of gelegen:

gelegen adj

  1. gelegen (van pas)
  2. gelegen (gesitueerd; liggend)

Translation Matrix for gelegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
passend precies passend maken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
gestellt gelegen; gesitueerd; liggend
passend gelegen; van pas adequaat; afgepast; behoorlijke; correct; gemeten; gepast; gepaste; geschikt; geëigend; juist; juiste; keurig; netjes; passend; passende; redelijke; tamelijke; toepasbaar
situiert gelegen; gesitueerd; liggend gevestigd; gezeten

Related Words for "gelegen":


Wiktionary Translations for gelegen:


Cross Translation:
FromToVia
gelegen liegen bear — be in a specific direction
gelegen gelegen lain — situated horizontally

Related Translations for gelegenheid