Dutch

Detailed Translations for gedienstigheid from Dutch to German

gedienstigheid:

gedienstigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de gedienstigheid (dienstvaardigheid; dienstbaarheid)
    die Dienstfertigkeit; die Hilfsbereitschaft
  2. de gedienstigheid (voorkomendheid; gedienstige handeling; dienst)
    die Dienstbereitschaft; die Dienstbarkeit; die Gefügigkeit; die Gefälligkeit; Entgegenkommen; die Anspruchslosigkeit; die Dienstfertigkeit; die Zuvorkommendheit; der Wohlwollen; der Gehorsam; die Folgsamkeit; die Bescheidenheit; die Genügsamkeit

Translation Matrix for gedienstigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anspruchslosigkeit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid bescheidenheid; eenvoud; pretentieloosheid; simpelheid; soberheid
Bescheidenheit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid bescheidenheid; eenvoud; eenvoudigheid; nederigheid; onderdanigheid; onderworpenheid; pretentieloosheid; simpelheid; soberheid
Dienstbarkeit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid
Dienstbereitschaft dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid behulpzaamheid; dienstwilligheid; hulpvaardigheid
Dienstfertigkeit dienst; dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid behulpzaamheid; dienstwilligheid; hulpvaardigheid
Entgegenkommen dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid compensatie; concessie; goedwillendheid; meegaandheid; naderen; tegemoetkomen; tegemoetkoming; volgzaamheid; welwillendheid
Folgsamkeit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid gehoorzaamheid; onderwerping
Gefälligkeit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid aardigheid; cadeautje; dienst; donatie; gift; gunst; schenking; toegankelijkheid; toeschietelijkheid
Gefügigkeit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid buigzaamheid; flexibiliteit; meegaandheid; soepelheid; volgzaamheid
Gehorsam dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid
Genügsamkeit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid bescheidenheid; eenvoud; eenvoudigheid; genoegzaamheid; pretentieloosheid; simpelheid; tevredenheid
Hilfsbereitschaft dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstigheid behulpzaamheid; dienstwilligheid; hulpvaardigheid
Wohlwollen dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid goedwillendheid; goedwilligheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; ingenomenheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid
Zuvorkommendheit dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; voorkomendheid

Related Words for "gedienstigheid":


gedienstig:


Translation Matrix for gedienstig:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entgegenkommen concessies doen; dulden; duren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; naderen; permitteren; tegemoetkomen; toelaten; toenaderen; toestaan; toestemmen; vergunnen; welwillendheid tonen
zuvorkommen afvangen; een bezwaar ondervangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen; voorkomen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
attent behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
behilflich behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
bereitwillig behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; goedaardig; goedhartig; goedschiks; goedwillig; hulpvaardig; plezierig; tegemoetkomend; toeschietelijk; voorkomend; vriendelijk; welwillend; zachtaardig
dienstbar dienstwillig; gedienstig; voorkomend
dienstbereit behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gewillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; inschikkelijk; meegaand; plezierig; soepel; toegeeflijk; toegevend; voorkomend; vriendelijk; willig; zachtaardig
entgegenkommen dienstwillig; gedienstig; voorkomend ontmoet; tegemoetgekomen
entgegenkommend behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bereidwillig; buigzaam; coöperatief; flexibel; gedwee; gelijkmoedig; gewillig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; kneedbaar; medewerkend; meegaand; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; rustig; sereen; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; voorkomend; vormbaar; vriendelijk; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
folgsam dienstbaar; gedienstig; slaafs; volgzaam dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
gefällig behulpzaam; bereidwillig; dienstwillig; gedienstig; inschikkelijk; voorkomend aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bereidwillig; bevallig; charmant; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; geschikt; gewillig; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; inschikkelijk; knap; meegaand; mooi; plezierig; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
hilfsbereit behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
höflich dienstwillig; gedienstig; voorkomend attent; beschaafd; coöperatief; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; galant; geciviliseerd; gecultiveerd; hoffelijk; hoofs; manierlijk; medewerkend; netjes; ontwikkeld; op een aardige manier; ridderlijk; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; welvoeglijk; welwillend; zedig
zuvorkommen dienstwillig; gedienstig; voorkomend
zuvorkommend behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aanspreekbaar; benaderbaar; bereidwillig; coöperatief; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; genaakbaar; goedwillig; medewerkend; op een aardige manier; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend; willig

Related Words for "gedienstig":


External Machine Translations: