Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. broer:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for broer from Dutch to German

broer:

broer [de ~ (m)] nomen

  1. de broer (broeder)
    der Bruder; der Frater; der Krankenpfleger; der Klosterbruder; der Sanitäter; der Pfleger; der Geistliche
  2. de broer (broer of zus; zus)
    die Geschwister; die Schwester; der Bruder

Translation Matrix for broer:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bruder broeder; broer; broer of zus; zus broeder; diaken; gast; gozer; hulp; kerel; knakker; knul; man; vent; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser
Frater broeder; broer broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder
Geistliche broeder; broer bedienaar van de godsdienst; broeder; dominee; frater; geestelijk herder; geestelijke; hoeder; kloosterling; monnik; pastoor; pastor; pater; predikant; prediker; priester; voorganger
Geschwister broer; broer of zus; zus broer en zus; proces of knooppunt op hetzelfde niveau
Klosterbruder broeder; broer bedienaar van de godsdienst; broeder; broeder-onderwijzer; frater; geestelijke; kloosterbroeder; kloosterling; lekenbroeder; monnik
Krankenpfleger broeder; broer broeder; diaken; hulp; verpleegkundige; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser; ziekenverpleger
Pfleger broeder; broer broeder; frater; kloosterling; monnik
Sanitäter broeder; broer EHBOer; hospik; hospitaalsoldaat
Schwester broer; broer of zus; zus kloosterlinge; kloosterzuster; non; verpleegster; zus; zusje; zuster

Related Words for "broer":


Antonyms for "broer":


Related Definitions for "broer":

  1. jongen of man met dezelfde ouders als jij1
    • ik heb twee broers en een zus1

Wiktionary Translations for broer:

broer
noun
  1. een mannelijk kind van dezelfde ouders
broer
Cross Translation:
FromToVia
broer Bruder bro — brother; a male sibling
broer Bruder brother — male sibling
broer Bruder brother — male having parents in common

Related Translations for broer