Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bijvoeging:


Dutch

Detailed Translations for bijvoeging from Dutch to German

bijvoeging:

bijvoeging [de ~ (v)] nomen

  1. de bijvoeging (toevoeging; bijmenging)
    die Zufügung; der Zusatz; der Additiv; die Beifügung

Translation Matrix for bijvoeging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Additiv bijmenging; bijvoeging; toevoeging bijvoegsel; toevoeging
Beifügung bijmenging; bijvoeging; toevoeging aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
Zufügung bijmenging; bijvoeging; toevoeging aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
Zusatz bijmenging; bijvoeging; toevoeging aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel

Related Words for "bijvoeging":

  • bijvoegingen