Dutch

Detailed Translations for afkondiging from Dutch to German

afkondiging:

afkondiging [de ~ (v)] nomen

  1. de afkondiging (decreet; uitvaardiging)
    die Bekanntmachung; die Verfügung; die Verordnung; der Beschluß; der Erlaß; Dekret
  2. de afkondiging (bekendmaking; publicatie; proclamatie; openbaarmaking; openbare publicatie)
    die Publikation; die Veröffentlichung; die Offenbarung; die Bekanntmachung; die Bekanntgabe; die Proklamation
  3. de afkondiging (proclamatie; bekendmaking; melding; )
    die Ankündigung; die Kundgebung; die Veröffentlichung; die Bekanntmachung; die Verkündigung; die Ausrufung; die Bekanntgabe; die Verlautbarung; der Ausruf

Translation Matrix for afkondiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ankündigung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging aankondiging; bericht; convocatie; kennisgeving; mededeling; melding; verwittiging
Ausruf aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging gil; kreet; roep; schreeuw; tussenwerpsel; uitroep
Ausrufung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging
Bekanntgabe aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; verkondiging aangifte; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; convocatie; declaratie; gewag; informatie; kennisgeving; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; statement; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitlegging; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Bekanntmachung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; decreet; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; uitvaardiging; verkondiging aanschrijving; aanzegging; bekendmaking; bericht; boodschap; convocatie; gewag; informatie; kennisgeving; kennismaking; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uitleg; uitspraak; verduidelijking; verklaring; vermelding; verwittiging
Beschluß afkondiging; decreet; uitvaardiging beschikbaarheid; beschikking; beslissing; besluit; besluiten; carbon; doorslag; einde; finale; raadsbesluit; uitspraak; vonnisvelling
Dekret afkondiging; decreet; uitvaardiging beslissing; decreet; raadsbesluit
Erlaß afkondiging; decreet; uitvaardiging beschikbaarheid; beschikking; beslissing; besluit; besluiten; bevelschrift; carbon; consigne; doorslag; dwangbevel; gebod; opdracht; order; raadsbesluit; taak
Kundgebung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging actie; betoging; convocatie; demonstratie; kennisgeving; manifestatie; mededeling; protestbijeenkomst; publieke betoging; verwittiging
Offenbarung afkondiging; bekendmaking; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie
Proklamation afkondiging; bekendmaking; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie
Publikation afkondiging; bekendmaking; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie artikel; brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; publicatie; publicaties; snippertje; stuk; stukje
Verfügung afkondiging; decreet; uitvaardiging besluit; besluiten; compromis; discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; tucht; vergelijk; voorschrift; wet
Verkündigung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging convocatie; kennisgeving; mededeling; verwittiging
Verlautbarung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; proclamatie; verkondiging bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; publicatie; publikatie; relaas; ruchtbaarheid; tijding; uitgave; uitgifte; uitspraak; vermelding; verwittiging
Verordnung afkondiging; decreet; uitvaardiging bepaling; beschikbaarheid; beschikking; besluit; besluiten; constatering; determinatie; discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; raadsbesluit; regel; regeling; reglement; tucht; vaststelling; verordening; voorschrift; wet
Veröffentlichung aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; verkondiging artikel; openbaarmaking; openbare publicatie; publicatie; publikatie; stuk; uitgave; uitgifte
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Ankündigung Aankondiging

Related Words for "afkondiging":

  • afkondigingen