Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aanmaning:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanmaning from Dutch to German

aanmaning:

aanmaning [de ~ (v)] nomen

  1. de aanmaning (herinnering; aansporing tot plicht)
    die Mahnung; die Ermahnung
  2. de aanmaning (dringend verzoek)
    die Ermahnung; die dringender Ermahnung; die Mahnung
  3. de aanmaning

Translation Matrix for aanmaning:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ermahnung aanmaning; aansporing tot plicht; dringend verzoek; herinnering berisping; reprimande; standje; terechtwijzing; vermaan; vermaning; waarschuwing
Mahnung aanmaning; aansporing tot plicht; dringend verzoek; herinnering daging; dagvaarding; herinnering; heugenis; maning; vermaan; vermaning; waarschuwing
dringender Ermahnung aanmaning; dringend verzoek
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Mahnschreiben aanmaning

Wiktionary Translations for aanmaning:

aanmaning
noun
  1. bestimmte und eindeutige Aufforderung eines Gläubigers an einen Schuldner, eine geschuldete Leistung zu erbringen
  2. eine Aufforderung, beispielsweise einen Platz einzunehmen oder etwas zu tun
  3. Erinnerung an etwas und gleichzeitig eine Aufforderung, etwas zu tun
  4. bestimmte und eindeutige Aufforderung eines Gläubigers an einen Schuldner, eine ausstehende Forderung zu begleichen

Cross Translation:
FromToVia
aanmaning Ermahnung; Zuspruch; Verweis; Rüge avertissementavis qu’on donne à quelqu’un de quelque chose, afin qu’il y prendre garde.
aanmaning Ermahnung; Zuspruch; Verweis; Rüge; Rat; Ratschlag conseil — Traductions à trier suivant le sens
aanmaning Ermahnung; Zuspruch; Verweis; Rüge réprimandeblâme formuler.
aanmaning Ermahnung; Zuspruch; Verweis; Rüge sommationaction de sommer, de mettre en demeure.