Interglot - "en" translated from French to Dutch

Noun	Related Translations	Other Translations
bij		abeille; abeille domestique; abeille mellifique
Adjective	Related Translations	Other Translations
naar	en; à	ainsi que; ayant mal au coeur; choquant; comme; crasseux; dégoûtant; dégueulasse; déplaisant; dérangeant; désagréable; désagréablement; désolant; fichu; immonde; inconsolable; indisposé; insalubre; lugubre; malade; maladif; malheureux; malpropre; malsain; misérable; morne; morose; mélancolique; patraque; pris de nausées; repoussant; répugnant; révoltant; salement; sombre; sordidement; triste; vers; à; écoeurant; écoeuré
Adverb	Related Translations	Other Translations
daarvan	de cela; en
erbij	au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de
ernaar	en; y
erop	au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de
ertoe	en; y
ervan	en
hiervan	de ceci; de cela; en
Preposition	Related Translations	Other Translations
te		à
Not Specified	Related Translations	Other Translations
bij		autour de; aux environs de; d'après; dans les environs de; en passant par; par; pour; près de; sur; via; à
te		autour de; aux environs de; d'après; dans les environs de; en passant par; par; pour; près de; sur; via; à
Other	Related Translations	Other Translations
van	de; en; à
Modifier	Related Translations	Other Translations
aan	après; de; en; sur; à
bij	au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de
ergens naartoe	en; à
in	dans; de; dedans; en; par; à
te	dans; de; en; par; à
van		depuis maintenant; dès maintenant; à partir de maintenant

Traductions à trier suivant le sens
- en → aan; aangaande; betreffende; bij; met; over; van; in; jegens; om; op; te; tot; voor; binnen; per; naar; tegen

adverb

Cross Translation:

From	To	Via
• en	→ op; bij	↔ at — in or very near a particular place
• en	→ per; op; door	↔ by — indicates a means
• en	→ botsen	↔ collide — to impact directly, especially if violent
• en	→ in	↔ in — part, member of
• en	→ in	↔ in — surrounded by
• en	→ in	↔ in — pertaining to
• en	→ tijdens	↔ in — by the virtue of
• en	→ in; tijdens	↔ in — during
• en	→ vervangen; substitueren	↔ substitute — to use in place of something else, with the same function
• en	→ daarvan	↔ thereof — of this, that or it
• en	→ schat; toevluchtsoord; bolwerk	↔ Hort — dichter.\|, sonst va.\|: (vor allem aus Gold beziehungsweise goldenen Gegenständen zusammengesetzter) Schatz
• en	→ in de bajes zitten	↔ Knast schieben — salopp: eine Freiheitsstrafe in einem Gefängnis verbüßen
• en	→ benedenwaarts; afwaarts; neerwaarts	↔ abwärts — nach unten
• en	→ inroepen	↔ anrufen — (transitiv) jemanden bitten, sich als Helfer, Vermittler oder dergleichen entscheidend in etwas einzuschalten/auf etwas Einfluss zu nehmen
• en	→ bankroet; failliet; pleite	↔ pleite — (umgangssprachlich) (als Geschäftsmann, Firma) illiquid, finanziell ruiniert, zahlungsunfähig
• en	→ overweg komen; met	↔ verstehen — (reflexiv) ohne Streitigkeiten mit jemandem auskommen, eine gute persönliche Beziehung zu jemandem haben

Translate en from French to Dutch