French

Detailed Translations for montage from French to Dutch

montage:

montage [le ~] nomen

  1. le montage (composition; assemblage; construction; )
    de assemblage; de samenstelling; assembleren; de montage; de samenvoeging
  2. le montage (sertissage)
    de montering
  3. le montage (montage de film)
    beeldmontage
  4. le montage (montage de film; équipement)
    de montage; filmmontage

Translation Matrix for montage:

NounRelated TranslationsOther Translations
assemblage assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement
assembleren assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement
beeldmontage montage; montage de film
filmmontage montage; montage de film; équipement
montage assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; montage de film; placement; positionnement; équipement
montering montage; sertissage
samenstelling assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement arrangement; classement; combinaison; composition; constitution; construction; ensemble; mise en ordre; ordre; pièces; structure; édification
samenvoeging assemblage; composition; construction; fixation; installation; mise en place; montage; placement; positionnement addition; assemblage; composition; cumul; embranchement; enchaînement; joint; jonction; liaison; raccord; réunion; somme; soudure; succession; union
VerbRelated TranslationsOther Translations
assembleren assembler; monter

Synonyms for "montage":


Wiktionary Translations for montage:

montage
noun
  1. Assemblage des pièces d’un ouvrage (2)
  2. Action d'assembler plusieurs plans, issus du tournage (3)
  3. Traductions à trier suivant le sens
montage
noun
  1. het monteren

Cross Translation:
FromToVia
montage montage montage — a literary, musical or other heterogenous artcomposition
montage montage; beeldmontage montage — a composition of pictures

Related Translations for montage



Dutch

Detailed Translations for montage from Dutch to French

montage:

montage [de ~ (v)] nomen

  1. de montage (samenstelling; assemblage; assembleren; samenvoeging)
    l'assemblage; le montage; la composition; la construction; l'installation; le placement; le positionnement; la mise en place; la fixation
  2. de montage (filmmontage)
    le montage de film; l'équipement; le montage

Translation Matrix for montage:

NounRelated TranslationsOther Translations
assemblage assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging aaneenkoppeling; aaneenvoeging; accumulatie; bijeenlegging; hoop; koppeling; las; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; samenvoeging; stapel; verbinding
composition assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging bijeenlegging; bouw; brokje; compositie; constitutie; constructie; eindje; eindscriptie; essay; fragmentje; gestel; intonatie; klein stukje; modulatie; opbouw; opbouwen; opstel; ordening; organisatie; partje; proefwerk; repetitie; samengesteld geheel; samenstelling; samenstelling taalkunde; samenvoeging; scriptie; snippertje; stembuiging; structuur; stukje; systeem; test; toets; toonval; toonzetting; verhandeling; verslag; werkstuk; zetsels; zetten; zetwerk
construction assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging aanleggen; bebouwing; bouw; bouwsector; bouwsel; bouwwerk; constitutie; constructie; fabricage; gebouw; gestel; grondlegging; lichaamsbouw; opbouw; opbouwen; ordening; organisatie; pand; samengesteld geheel; samenstelling; structuur; systeem
fixation assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging bevestiging; dwanggedachte; dwangvoorstelling; fixatie; gefixeerdheid; het bevestigen; het vastmaken; idee-fixe; obsessie; vastzetten
installation assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging bevestiging; beëdiging; eerbetoon; faciliteit; het bevestigen; het plaatsen; het stichten; het vastmaken; huldebetoon; huldiging; ingebruikname; inrichten; inrichting; installatie; instelling; nederzetting; oprichting; plaatsing; stichting; vestiging; woningdecoratie; woninginrichting
mise en place assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging het plaatsen; plaatsing
montage assemblage; assembleren; filmmontage; montage; samenstelling; samenvoeging beeldmontage; montering
montage de film filmmontage; montage beeldmontage
placement assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging belegging; besteding; geldbelegging; het plaatsen; inleg; investering; minimum inleg; plaatsing
positionnement assemblage; assembleren; montage; samenstelling; samenvoeging neerzetten; plaatsing
équipement filmmontage; montage apparatuur; benodigde; bewapening; gewaad; kleren; monstering; outfit; outillage; tenue; toerusting; uitmonstering; uitrusting; uitrustingsstuk; uitzet; versiering
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
installation installatie

Related Words for "montage":


Wiktionary Translations for montage:

montage
noun
  1. het monteren
montage
noun
  1. Assemblage des pièces d’un ouvrage (2)
  2. Action d'assembler plusieurs plans, issus du tournage (3)

Cross Translation:
FromToVia
montage montage montage — a composition of pictures
montage montage montage — a literary, musical or other heterogenous artcomposition