Summary
English to Dutch: more detail...
- yielding:
- yield:
-
Wiktionary:
- yielding → coulant, goedig, handelbaar, toegevend, inschikkelijk, meegaand, toegeeflijk, toegevelijk
- yield → zwichten, voortbrengen, opbrengen
- yield → opbrengst
- yield → oogst, winst, afstand doen van, opgeven, uitvallen, in de steek laten, laten varen, verlaten, toegeven, afstaan, wijken, zich onderwerpen, afleggen, prijsgeven, afstand doen, abdiceren, abdiqueren, aftreden, bestellen, leveren, afleveren, toevoeren, afwerpen, opbrengen, opleveren, voortbrengen, achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, efficiëntie, rendement, doeltreffendheid, rente
English
Detailed Translations for yielding from English to Dutch
yielding:
-
the yielding (delivery)
-
the yielding (surrendering)
-
yielding (pliant; flexible; supple)
-
yielding (accommodating; submissive; compliant; complaisant; tolerant; willing; pliable; servient; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)
inschikkelijk; soepel; meegaand; gewillig; toegeeflijk; gedwee; toegevend-
inschikkelijk adj
-
soepel adj
-
meegaand adj
-
gewillig adj
-
toegeeflijk adj
-
gedwee adj
-
toegevend adj
-
Translation Matrix for yielding:
Related Words for "yielding":
Synonyms for "yielding":
Related Definitions for "yielding":
Wiktionary Translations for yielding:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• yielding | → coulant; goedig; handelbaar; toegevend; inschikkelijk; meegaand; toegeeflijk; toegevelijk | ↔ accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout. |
yielding form of yield:
Conjugations for yield:
present
- yield
- yield
- yields
- yield
- yield
- yield
simple past
- yielded
- yielded
- yielded
- yielded
- yielded
- yielded
present perfect
- have yielded
- have yielded
- has yielded
- have yielded
- have yielded
- have yielded
past continuous
- was yielding
- were yielding
- was yielding
- were yielding
- were yielding
- were yielding
future
- shall yield
- will yield
- will yield
- shall yield
- will yield
- will yield
continuous present
- am yielding
- are yielding
- is yielding
- are yielding
- are yielding
- are yielding
subjunctive
- be yielded
- be yielded
- be yielded
- be yielded
- be yielded
- be yielded
diverse
- yield!
- let's yield!
- yielded
- yielding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for yield:
Related Words for "yield":
Synonyms for "yield":
Antonyms for "yield":
Related Definitions for "yield":
Wiktionary Translations for yield:
yield
Cross Translation:
verb
yield
-
to give way
- yield → zwichten
-
to produce as a result
- yield → voortbrengen
verb
-
als batig resultaat leveren
Cross Translation:
External Machine Translations: