Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. gasoline:
  2. Wiktionary:


English

Detailed Translations for gasoline from English to Dutch

gasoline:

gasoline [the ~] nomen

  1. the gasoline (petrol; motor fuel; gas)
    de benzine; de motorbrandstof
  2. the gasoline (fuel; engine fuel; petrol; gas; motor fuel)
    de brandstof; de motorbrandstof
  3. the gasoline (gas; petrol)
    de gasoline

Translation Matrix for gasoline:

NounRelated TranslationsOther Translations
benzine gas; gasoline; motor fuel; petrol petrol
brandstof engine fuel; fuel; gas; gasoline; motor fuel; petrol fuel
gasoline gas; gasoline; petrol
motorbrandstof engine fuel; fuel; gas; gasoline; motor fuel; petrol motor fuel
- gas; gasolene; petrol

Synonyms for "gasoline":


Related Definitions for "gasoline":

  1. a volatile flammable mixture of hydrocarbons (hexane and heptane and octane etc.) derived from petroleum; used mainly as a fuel in internal-combustion engines1

Wiktionary Translations for gasoline:

gasoline
noun
  1. motor fuel
gasoline
noun
  1. een aardolieproduct bestaande uit een mengsel van alifatische koolwaterstoffen met een ketenlegte tussen vijf en twaalf dat algemeen in gebruik is als brandstof voor verkeer

Cross Translation:
FromToVia
gasoline benzine essence — Carburant pour automobiles, issu du pétrole raffiné

Related Translations for gasoline