Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Spesen:


German

Detailed Translations for Spesen from German to Dutch

Spesen:

Spesen [die ~] nomen

  1. die Spesen (Unkosten; Auslagen)
    de kosten; de uitgaven; de onkosten; de kost; de uitgaaf

Translation Matrix for Spesen:

NounRelated TranslationsOther Translations
kost Auslagen; Spesen; Unkosten Beköstigung; Ernährung; Essen; Kost; Lebensunterhalt; Nahrung; Unterhalt; Verpflegung
kosten Auslagen; Spesen; Unkosten Einfuhrzoll; Gebühr; Gebührenerhebung; Kosten; Steuer; Taxe
onkosten Auslagen; Spesen; Unkosten Ausgaben
uitgaaf Auslagen; Spesen; Unkosten Ausgabe; Distribution; Emission; Erteilung; Geldausgabe; Herausgabe
uitgaven Auslagen; Spesen; Unkosten Ausgabe

Synonyms for "Spesen":