Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Schild:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Schild from German to Dutch

Schild:

Schild [das ~] nomen

  1. Schild (Teller; Tafel; Wandtafel; Schultafel)
    het bord; eetbord
  2. Schild
    het naambord
  3. Schild (Schilde)
    de blazoenen; de wapenschilden

Translation Matrix for Schild:

NounRelated TranslationsOther Translations
blazoenen Schild; Schilde
bord Schild; Schultafel; Tafel; Teller; Wandtafel Anzeigebrett; Anzeigetafel; Reklameschild; Schultafel; Tafel; Wandtafel; Werbeschild
eetbord Schild; Schultafel; Tafel; Teller; Wandtafel
naambord Schild
wapenschilden Schild; Schilde

Synonyms for "Schild":


Wiktionary Translations for Schild:

Schild
noun
  1. frühzeitliche / mittelalterliche Platte zum Schutz des eigenen Körpers im Kampf (oft versehen mit dem Erkennungswappen des jeweiligen Schildträgers; hieraus ist die Bedeutung des "Schild(e)s als Informationsträger" (siehe unten) entstanden)

Cross Translation:
FromToVia
Schild schild shield — armor
Schild bord; markering sign — flat object bearing a message
Schild verkeersbord sign — traffic sign
Schild bord; bordje; schild; uithangbord enseignemarque, indice servir à faire reconnaître quelque chose. Dans ce sens, il ne s’employer qu’au pluriel dans la locution adverbiale À bonnes enseignes et la locution conjonctive À telles enseignes que.