Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ontzeggen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontzeggen from Dutch to Swedish

ontzeggen:

ontzeggen [znw.] nomen

  1. ontzeggen
    förnekelse; nekande

Translation Matrix for ontzeggen:

NounRelated TranslationsOther Translations
förnekelse ontzeggen loochening; ontkenning
nekande ontzeggen afslaan; afwijzen; loochening; ontkenning; weigeren; weigering
ModifierRelated TranslationsOther Translations
nekande negatief; ontkennend; verwaarloosbaar

Wiktionary Translations for ontzeggen:


Cross Translation:
FromToVia
ontzeggen förvägra; neka deny — to not allow