Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. herroepen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for herroepen from Dutch to Swedish

herroepen:

herroepen verb (herroep, herroept, herriep, herroepen)

  1. herroepen (terugkomen op; intrekken; terugnemen)
    återkalla
    • återkalla verb (återkallar, återkallade, återkallat)
  2. herroepen (terugroepen)
    upphäva; återkalla; annullera
    • upphäva verb (upphävar, upphävade, upphävat)
    • återkalla verb (återkallar, återkallade, återkallat)
    • annullera verb (annullerar, annullerade, annullerat)

Conjugations for herroepen:

o.t.t.
  1. herroep
  2. herroept
  3. herroept
  4. herroepen
  5. herroepen
  6. herroepen
o.v.t.
  1. herriep
  2. herriep
  3. herriep
  4. herriepen
v.t.t.
  1. heb herroepen
  2. hebt herroepen
  3. heeft herroepen
  4. hebben herroepen
  5. hebben herroepen
  6. hebben herroepen
v.v.t.
  1. had herroepen
  2. had herroepen
  3. had herroepen
  4. hadden herroepen
  5. hadden herroepen
  6. hadden herroepen
o.t.t.t.
  1. zal herroepen
  2. zult herroepen
  3. zal herroepen
  4. zullen herroepen
  5. zullen herroepen
  6. zullen herroepen
o.v.t.t.
  1. zou herroepen
  2. zou herroepen
  3. zou herroepen
  4. zouden herroepen
  5. zouden herroepen
  6. zouden herroepen
en verder
  1. is herroepen
  2. zijn herroepen
diversen
  1. herroep!
  2. herroept!
  3. herroepen
  4. herroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

herroepen [znw.] nomen

  1. herroepen (opheffen; terugnemen; intrekken)

Translation Matrix for herroepen:

NounRelated TranslationsOther Translations
höjande herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen
VerbRelated TranslationsOther Translations
annullera herroepen; terugroepen delgen; nullificeren; ondervangen; ongeldig maken; opheffen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; verijdelen; vernietigen
upphäva herroepen; terugroepen schorsen; suspenderen; te niet doen
återkalla herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; zijn woorden terugnemen delgen; tenietdoen; terughalen; terugroepen; vernietigen

Wiktionary Translations for herroepen:


Cross Translation:
FromToVia
herroepen upphäva; avskaffa repeal — to cancel
herroepen upphäva; återkalla; ogiltigförklara rescind — repeal, annul, or declare void
herroepen återkalla revoke — To cancel or invalidate by withdrawing or reversing

External Machine Translations: