Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aanraken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanraken from Dutch to Swedish

aanraken:

aanraken [znw.] nomen

  1. aanraken

aanraken verb (raak aan, raakt aan, raakte aan, raakten aan, aangeraakt)

  1. aanraken (voelen)
    beröra; vidröra; röra
    • beröra verb (berör, berörde, berört)
    • vidröra verb (vidrör, vidrörde, vidrört)
    • röra verb (rör, rörde, rört)

Conjugations for aanraken:

o.t.t.
  1. raak aan
  2. raakt aan
  3. raakt aan
  4. raken aan
  5. raken aan
  6. raken aan
o.v.t.
  1. raakte aan
  2. raakte aan
  3. raakte aan
  4. raakten aan
  5. raakten aan
  6. raakten aan
v.t.t.
  1. heb aangeraakt
  2. hebt aangeraakt
  3. heeft aangeraakt
  4. hebben aangeraakt
  5. hebben aangeraakt
  6. hebben aangeraakt
v.v.t.
  1. had aangeraakt
  2. had aangeraakt
  3. had aangeraakt
  4. hadden aangeraakt
  5. hadden aangeraakt
  6. hadden aangeraakt
o.t.t.t.
  1. zal aanraken
  2. zult aanraken
  3. zal aanraken
  4. zullen aanraken
  5. zullen aanraken
  6. zullen aanraken
o.v.t.t.
  1. zou aanraken
  2. zou aanraken
  3. zou aanraken
  4. zouden aanraken
  5. zouden aanraken
  6. zouden aanraken
diversen
  1. raak aan!
  2. raakt aan!
  3. aangeraakt
  4. aanrakende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanraken:

NounRelated TranslationsOther Translations
röra afdankertjes; allegaartje; bende; berg; bocht; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; smerig spul; troep; zooi; zootje
rörande aanraken
VerbRelated TranslationsOther Translations
beröra aanraken; voelen aangaan; aanroeren; aanstippen; belang inboezemen; beroeren; betreffen; even aanraken; raken; toucheren; treffen; zorg inboezemen
röra aanraken; voelen aangaan; aanroeren; aanstippen; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; even aanraken; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; toucheren; treffen; verroeren; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen
vidröra aanraken; voelen betasten; bevoelen; lichtjes aanraken; toucheren; voelen
- aankomen; raken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
rörande adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend

Synonyms for "aanraken":


Antonyms for "aanraken":


Related Definitions for "aanraken":

  1. even vastpakken, tegen iets of iemand aankomen1
    • ik kan het niet hebben dat hij me aanraakt1

Wiktionary Translations for aanraken:

aanraken
verb
  1. fysiek contact maken met iets

Cross Translation:
FromToVia
aanraken röra; beröra touch — make physical contact with
aanraken beröra; ta på; bestryka; träffa toucher — Mettre la main sur quelque chose

Related Translations for aanraken