Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. luchten:
  2. lucht:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for luchten from Dutch to Swedish

luchten:

luchten verb (lucht, luchtte, luchtten, gelucht)

  1. luchten (afreageren)
    ventilera; släppa loss; reagera av
    • ventilera verb (ventilerar, ventilerade, ventilerat)
    • släppa loss verb (släpper loss, släppte loss, släppt loss)
    • reagera av verb (reagerar av, reagerade av, reagerat av)

Conjugations for luchten:

o.t.t.
  1. lucht
  2. lucht
  3. lucht
  4. luchten
  5. luchten
  6. luchten
o.v.t.
  1. luchtte
  2. luchtte
  3. luchtte
  4. luchtten
  5. luchtten
  6. luchtten
v.t.t.
  1. heb gelucht
  2. hebt gelucht
  3. heeft gelucht
  4. hebben gelucht
  5. hebben gelucht
  6. hebben gelucht
v.v.t.
  1. had gelucht
  2. had gelucht
  3. had gelucht
  4. hadden gelucht
  5. hadden gelucht
  6. hadden gelucht
o.t.t.t.
  1. zal luchten
  2. zult luchten
  3. zal luchten
  4. zullen luchten
  5. zullen luchten
  6. zullen luchten
o.v.t.t.
  1. zou luchten
  2. zou luchten
  3. zou luchten
  4. zouden luchten
  5. zouden luchten
  6. zouden luchten
en verder
  1. ben gelucht
  2. bent gelucht
  3. is gelucht
  4. zijn gelucht
  5. zijn gelucht
  6. zijn gelucht
diversen
  1. lucht!
  2. lucht!
  3. gelucht
  4. luchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for luchten:

NounRelated TranslationsOther Translations
släppa loss loslating; losraken
VerbRelated TranslationsOther Translations
reagera av afreageren; luchten
släppa loss afreageren; luchten
ventilera afreageren; luchten ontluchten; ventileren

Related Words for "luchten":


Related Definitions for "luchten":

  1. het buiten laten uitwaaien1
    • je moet die kleren eens luchten1

Wiktionary Translations for luchten:


Cross Translation:
FromToVia
luchten lufta air — to bring into contact with the air
luchten vädra air — to ventilate
luchten vädring Lufterneuerung — Austausch der Luft in einem Raum oder in einem Gebäude
luchten ventilera ventilerrenouveler l’air au moyen d’un ventilateur.

lucht:

lucht [de ~] nomen

  1. de lucht (buitenlucht; openlucht)
  2. de lucht (dampkring rond aarde; atmosfeer; dampkring; luchtmassa)
    himmel; himlavalv; atmosfär
  3. de lucht (zuurstof; adem)
    syre
  4. de lucht (geur; bouquet; aroma; reuk; geurtje)
    bouqet; doft; arom

Translation Matrix for lucht:

NounRelated TranslationsOther Translations
arom aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk aroma; geur
atmosfär atmosfeer; dampkring; dampkring rond aarde; lucht; luchtmassa atmosfeer; sfeer
bouqet aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk
doft aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk aroma; boeket; bos bloemen; geur
frisk luft buitenlucht; lucht; openlucht
himlavalv atmosfeer; dampkring; dampkring rond aarde; lucht; luchtmassa firmament; hemel; hemelgewelf; hemelkoepel; huif; uitspansel; zwerk
himmel atmosfeer; dampkring; dampkring rond aarde; lucht; luchtmassa firmament; hemel; hemelgewelf; hemelkoepel; uitspansel; zwerk
syre adem; lucht; zuurstof zuurstof
- geur; hemel

Related Words for "lucht":


Synonyms for "lucht":


Related Definitions for "lucht":

  1. wat je ruikt1
    • wat hangt er een vreemde lucht in de keuken1
  2. ruimte boven de aarde1
    • ik zie grote wolken in de lucht voorbijgaan1
  3. mengsel van zuurstof en stikstof dat je inademt1
    • hij is benauwd, hij krijgt geen lucht1

Wiktionary Translations for lucht:

lucht
noun
  1. het mengsel van gassen waaruit de afmosfeer bestaat

Cross Translation:
FromToVia
lucht luft air — historical: one of the basic elements
lucht luft; atmosfär air — mixture of gases making up the atmosphere of the Earth
lucht himmel; sky heaven — sky
lucht himmel; sky sky — atmosphere above a point
lucht anseende; anblick; vy airmélange gazeux constituer l’atmosphère.
lucht luft- aérien — Qui est d’air, à l’air, de l’air, ou qui se passe dans l’air
lucht himmel; sky ciel — Traductions à trier suivant le sens
lucht doft odeursensation que produire sur l’odorat les émanations des corps.