Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Dutch
->Translate afspraak
Synonyms for "
afspraak
" in Dutch
Search
Remove Ads
Summary
Dutch Synonyms:
more detail...
afspraak:
afspraak
;
liaison
;
afgesproken ontmoeting
;
akkoord
;
overeenkomst
;
regeling
;
schikking
Dutch
Detailed Synonyms for
afspraak
in Dutch
afspraak:
afspraak
[
de ~
]
nomen
de afspraak
de
afspraak
;
de
liaison
;
afgesproken ontmoeting
afspraak
[
de ~
]
nomen
liaison
[
de ~
]
nomen
afgesproken ontmoeting
[
znw.
]
nomen
de afspraak
het
akkoord
;
de
afspraak
;
de
overeenkomst
;
de
regeling
;
de
schikking
akkoord
[
het ~
]
nomen
afspraak
[
de ~
]
nomen
overeenkomst
[
de ~ (v)
]
nomen
regeling
[
de ~ (v)
]
nomen
schikking
[
de ~ (v)
]
nomen
de afspraak
de
afspraak
afspraak
[
de ~
]
nomen
de afspraak
– wat je (elkaar) belooft
1
de
afspraak
;
de
overeenkomst
– wat je (elkaar) belooft
1
afspraak
[
de ~
]
nomen
mijn afspraak met de tandarts is om twee uur
1
overeenkomst
[
de ~ (v)
]
nomen
de overeenkomst luidt dat er niet meer gepest wordt op deze school
1
Related Words for "afspraak":
afspraakje
,
afspraakjes
Alternate Synonyms for "afspraak":
overeenkomst
Related Definitions for "afspraak":
wat je (elkaar) belooft
1
mijn afspraak met de tandarts is om twee uur
1
Related Synonyms for
afspraak
afspraak afzeggen
1
Muiswerk Woordenboek
Remove Ads
Remove Ads