Dutch
Detailed Synonyms for aandragen in Dutch
aandragen:
-
aandragen
Conjugations for aandragen:
o.t.t.
- draag aan
- draagt aan
- draagt aan
- dragen aan
- dragen aan
- dragen aan
o.v.t.
- droeg aan
- droeg aan
- droeg aan
- droegen aan
- droegen aan
- droegen aan
v.t.t.
- heb aangedragen
- hebt aangedragen
- heeft aangedragen
- hebben aangedragen
- hebben aangedragen
- hebben aangedragen
v.v.t.
- had aangedragen
- had aangedragen
- had aangedragen
- hadden aangedragen
- hadden aangedragen
- hadden aangedragen
o.t.t.t.
- zal aandragen
- zult aandragen
- zal aandragen
- zullen aandragen
- zullen aandragen
- zullen aandragen
o.v.t.t.
- zou aandragen
- zou aandragen
- zou aandragen
- zouden aandragen
- zouden aandragen
- zouden aandragen
diversen
- draag aan!
- draagt aan!
- aangedragen
- aandragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze