Dutch

Detailed Translations for ruwheid from Dutch to French

ruwheid:

ruwheid [de ~ (v)] nomen

  1. de ruwheid (hardhandigheid)
    la rudesse; la dureté; la brutalité
  2. de ruwheid (hobbeligheid; oneffenheid)
    l'inégalité; la rudesse

Translation Matrix for ruwheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
brutalité hardhandigheid; ruwheid brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; vrijpostigheid
dureté hardhandigheid; ruwheid
inégalité hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid
rudesse hardhandigheid; hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid barsheid; borsteligheid; grofheid; magerheid; magerte; ruigheid; schofterigheid; schraalheid

Related Words for "ruwheid":

  • ruwheden, ruw

ruw:


Translation Matrix for ruw:

NounRelated TranslationsOther Translations
enragé dolleman; fanaat; fanaticus; geesteszieke; gek; ijveraar; krankzinnige; waanzinnige; zeloot
sauvage boer; bruut; onbeschofte man; wilde; wreedaard
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- ongeveer
ModifierRelated TranslationsOther Translations
brut niet glad; onbewerkt; ruw bruto; heftig; onbeheerst; onstuimig
brutal hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; barbaars; beestachtig; bruut; dierlijk; gewelddadig; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
brutalement hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; barbaars; beestachtig; bruut; gewelddadig; inhumaan; meedogenloos; monsterlijk; onmenselijk; vlegelachtig; wreed
cru onbewerkt; ruw cru; heftig; indiscreet; onbeheerst; ongekookt; ongepast; onkies; onomwonden; onstuimig; onverbloemd; onverhoeds; onverholen; onvertogen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; openlijk; rauw; rechttoe rechtaan; verkeerd
en colère ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; boos; dol; driftig; felle; furieus; gebelgd; gebeten; gekwetst; giftig; grimmig; hels; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; ontstoken; ontvlamd; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verbolgen; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
enragé ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; gekwetst; giftig; grimmig; hels; kokend; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; onderdrukt; opgekropt; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verbolgen; verkropt; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
farouche ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bedeesd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen
fou de rage ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter teleurgesteld; grimmig; verbeten; verbitterd
furibond ongetemd; ruig; ruw; wild; woest boos; dol; erg boos; furieus; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; vertoornd; woedend; woest; ziedend
furieuse ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; boos; dol; furieus; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest; zeer boos
furieusement ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; giftig; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; onderdrukt; opgekropt; razend; tierend; verbeten; verbitterd; verbolgen; verkropt; vertoornd; woedend; woest; zeer boos
furieux ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; geweldig; giftig; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verbolgen; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
féroce ongetemd; ruig; ruw; wild; woest barbaars; beestachtig; bruut; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
férocement ongetemd; ruig; ruw; wild; woest barbaars; beestachtig; bitter teleurgesteld; bruut; felle; grimmig; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; verbeten; verbitterd; wreed
mal équarri niet glad; ruw
non travaillé onbewerkt; ruw
ossu grof; grofgebouwd; lomp; ruw beenachtig; benig; botachtig; knokig; op een been lijkend; op een bot lijkend; scharminkelig; schonkig
outré ongetemd; ruig; ruw; wild; woest boos; furieus; gebelgd; gekwetst; kwaad; misnoegd; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woest; ziedend
pas lisse niet glad; ruw
qui a de gros os grof; grofgebouwd; lomp; ruw
qui a la main lourde hard; hardhandig; onzacht; ruw
qui a une grosse ossature grof; grofgebouwd; lomp; ruw grofgebouwd
raboteux ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bobbelig; hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
rageur ongetemd; ruig; ruw; wild; woest boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest
rude hard; hardhandig; ongetemd; onzacht; ruig; ruw; wild; woest agressief; bar; barbaars; beestachtig; bruut; chagrijnig; fel; gestreng; gewelddadig; hanig; inhumaan; knorrig; korzelig; monsterlijk; niet toegevend; nors; nurks; onbegroeid; onmenselijk; pinnig; ruige; scherp; snibbig; streng; vinnig; vlijmend; wreed
rudement hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; bedriegelijk; bot; gefingeerd; gewelddadig; kortaf; nagemaakt; onecht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onwaar; vals; zonder omhaal
rugueux ongetemd; ruig; ruw; wild; woest hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
rêche ongetemd; ruig; ruw; wild; woest barbaars; beestachtig; bruut; dor; hobbelig; infertiel; inhumaan; monsterlijk; oneffen; ongelijkmatig; onmenselijk; onvruchtbaar; schraal; wreed
sauvage ongetemd; ruig; ruw; wild; woest agressief; gewelddadig; kokend; ruige; ziedend
violemment hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; fel; gewelddadig; heftig; hevig; intens; intensief; onbeheerst; onstuimig; verwoed
violent hard; hardhandig; onzacht; ruw aanrandend; agressief; bitter; bitter van smaak; fel; gewelddadig; geweldig; hanig; hard; heftig; hevig; hoog; intens; intensief; kokend; pinnig; schel; scherp; schril; snerpend; snibbig; verwoed; vinnig; vlijmend; ziedend

Related Words for "ruw":

  • ruwheid, ruwer, ruwere, ruwst, ruwste, ruwe

Synonyms for "ruw":


Antonyms for "ruw":


Related Definitions for "ruw":

  1. in grote lijnen1
    • we hebben een ruwe schatting gemaakt1
  2. met een grof oppervlak1
    • schuurpapier voelt ruw aan1
  3. onbewerkt1
    • ruwe olie1
  4. wild en onstuimig1
    • doe niet zo ruw met die hond1

Wiktionary Translations for ruw:

ruw
adjective
  1. oneffen, niet glad
  2. grof, onbesuisd
ruw
noun
  1. péjoratif|fr homme violent et emporté.
adjective
  1. Qui n’est pas fin, qui n’est pas délicat.
  2. Translations
  3. désuet|fr Qui concerne le peuple, le quidam, le personnage quelconque.

Cross Translation:
FromToVia
ruw brut; brute coarse — of inferior quality
ruw grossier; crasse; grossière crass — coarse; crude; not refined or sensible
ruw cru crude — being in a natural state
ruw vulgaire crude — lacking tact or taste
ruw brut raw — untreated
ruw rude; rugueux; brut rough — not smooth
ruw rugueux rugged — broken into sharp points
ruw irrégulier rugged — not neat or regular
ruw vulgaire; obscène vulgar — obscene
ruw rébarbatif; rébarbative; revêche borstigübertragen: rücksichtslos und ungestüm im Verhalten anderen gegenüber
ruw cru krude — ohne Feingefühl, Fingerspitzengefühl
ruw rugueux rauvon Oberflächen: ungeglättet, ungehobelt
ruw inculte roh — (umgangssprachlich) ungehobelt, grob