Dutch

Detailed Translations for proefje from Dutch to French

proefje:

proefje [het ~] nomen

  1. het proefje (specimen; monster; staal; )
    l'échantillon; le monstre; le modèle; le spécimen; l'exemple; l'exemplaire; la maquette; le type; le numéro

Translation Matrix for proefje:

NounRelated TranslationsOther Translations
exemplaire model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje exemplaar
exemple model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje voorbeeld
maquette model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje maquette; model; prototype
modèle model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje begeleider; dessin; documentsjabloon; fotomodel; gids; gietvorm; kleurenschema; leidsman; loods; mal; mannequin; matrijs; model; modelvorm; motief; patroon; prototype; raderblad; schema; serienummer; sjablone; sjabloon; tekening; voorbeeld; vorm
monstre model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje barbaar; bruut; gedrocht; lelijkerd; misbaksel; monster; mormel; ondier; onmens; wangedrocht; wanschepsel; wreedaard
numéro model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje cijfer; getal; numero; nummer; rangnummer; variéténummer; volgnummer
spécimen model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje exemplaar; proefnummer
type model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje aard; fatje; figuur; gast; genre; gevaarte; goser; gozer; heerschap; heertje; individu; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; klasse; kleine jongen; knaap; knakker; knoert; knul; kokker; kokkerd; loei; man; onderverdeling; slag; snuiter; soort; sujet; type; vent
échantillon model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje kleurenstaal; koopmonster; proefnummer; sample
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
modèle model
ModifierRelated TranslationsOther Translations
exemplaire braaf; deugdzaam; lief; modelmatig; stichtelijk; verheffend; voorbeeldig; zoet

Related Words for "proefje":


proefje form of proef:

proef [de ~ (m)] nomen

  1. de proef (auditie)
    l'audition
  2. de proef (test)
    le test; l'examen; le contrôle; la vérification; la recherche; l'enquête; l'exploration; l'étude
  3. de proef (experiment; proefneming)
    l'expérience; l'essai; la tentative; le test

proef [de ~ (m)] nomen

  1. de proef
    l'essai

Translation Matrix for proef:

NounRelated TranslationsOther Translations
audition auditie; proef ondervraging; verhoor; verhoring
contrôle proef; test bedwang; beheer; beheersing; bescherming; besturingselement; bewaking; controle; controleren; hoede; inspectie; keuring; keurkamer; mate van bekwaamheid; quarantaine; surveillance; toezicht; validatie; zeggenschap; zelfbeheersing; zorg
enquête proef; test check up; enquête; inspectie; nasporing; navorsing; navraag; ondervraging; onderzoek; opsporing; speurwerk; traceerwerk
essai experiment; proef; proefneming aanslag; eindscriptie; essay; impact; inspanning; opstel; poging; probeersel; proberen; proefdraaien; proefrit; scriptie; trachten; verhandeling; verslag; werkstuk
examen proef; test check up; inspectie; navorsing; onderzoek; proefwerk; repetitie; schoolexamen; test; toets
exploration proef; test expeditie; exploratie; inspectie; navorsing; onderzoek; speurtocht; verkenning; verkenningstocht; zoektocht
expérience experiment; proef; proefneming belevenis; beleving; bevinding; bevlogenheid; bezieling; enthousiasme; ervaring; geestdrift; inspanning; meemaken van een gebeurtenis; ondervinden; ondervinding; poging; praktijk; routine
recherche proef; test aandrang; afstropen; afzoeken; ambitie; drang; eerzucht; geheel doorzoeken; inspectie; najagen; nasporing; nastreven; navorsing; onderzoek; opsporing; research; speurtocht; speurwerk; traceerwerk; zoeken; zoektocht
tentative experiment; proef; proefneming aanslag; doel; doeleinde; impact; inspanning; inzet; poging; proberen; streven; trachten
test experiment; proef; proefneming; test inspanning; poging; probeersel; proefdraaien; proefwerk; repetitie; test; toets
vérification proef; test accountantsverslag; verificatie
étude proef; test artsenpraktijk; bestudering; cursus; ervaring; kursus; leergang; praktijk; routine; studie
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
contrôle besturing

Related Words for "proef":


Wiktionary Translations for proef:

proef
noun
  1. test
  2. modèle ; échantillon.
  3. Test d’essai
  4. Action d’éprouver, essai, expérience qu’on fait de quelque chose ou à quelqu’un. (Sens général)

Cross Translation:
FromToVia
proef expérience experiment — test under controlled conditions
proef épreuve test — challenge, trial