Dutch

Detailed Translations for ets from Dutch to French

ets:

ets [de ~] nomen

  1. de ets (gravure; plaat)
    l'empreinte; l'imprimé; la gravure; la gravure sur cuivre; l'estampe; la gravure à l'eau-forte

Translation Matrix for ets:

NounRelated TranslationsOther Translations
empreinte ets; gravure; plaat afdruk; afdruksel; hielspoor; indruk; inktstempel; kwaliteitsmerk; print; stempel; waarmerk; zegel
estampe ets; gravure; plaat afdruk; inktstempel; kwaliteitsmerk; print; stempel; waarmerk; zegel
gravure ets; gravure; plaat afdruk; afdruksel; etskunst; foto; graveerkunst; graveerwerk; graveren; gravering; gravure; illustratie; plaat; plaat in boek of tijdschrift; plaatje; print
gravure sur cuivre ets; gravure; plaat kopergravure
gravure à l'eau-forte ets; gravure; plaat etskunst; graveerkunst
imprimé ets; gravure; plaat afdruk; afdruksel; drukwerk; gedrukt stuk; print; uitdraai; werk dat uit drukken bestaat
ModifierRelated TranslationsOther Translations
imprimé afgedrukt; bedrukt; gedrukt; geprint; met een opdruk

Related Words for "ets":


Wiktionary Translations for ets:

ets
Cross Translation:
FromToVia
ets gravure etching — art of producing an image

ets form of etsen:

etsen verb (ets, etst, etste, etsten, geëtst)

  1. etsen (graveren)
    graver; graver à l'eau forte
    • graver verb (grave, graves, gravons, gravez, )

Conjugations for etsen:

o.t.t.
  1. ets
  2. etst
  3. etst
  4. etsen
  5. etsen
  6. etsen
o.v.t.
  1. etste
  2. etste
  3. etste
  4. etsten
  5. etsten
  6. etsten
v.t.t.
  1. heb geëtst
  2. hebt geëtst
  3. heeft geëtst
  4. hebben geëtst
  5. hebben geëtst
  6. hebben geëtst
v.v.t.
  1. had geëtst
  2. had geëtst
  3. had geëtst
  4. hadden geëtst
  5. hadden geëtst
  6. hadden geëtst
o.t.t.t.
  1. zal etsen
  2. zult etsen
  3. zal etsen
  4. zullen etsen
  5. zullen etsen
  6. zullen etsen
o.v.t.t.
  1. zou etsen
  2. zou etsen
  3. zou etsen
  4. zouden etsen
  5. zouden etsen
  6. zouden etsen
en verder
  1. is geëtst
  2. zijn geëtst
diversen
  1. ets!
  2. etst!
  3. geëtst
  4. etsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

etsen [de ~] nomen, plural

  1. de etsen

Translation Matrix for etsen:

NounRelated TranslationsOther Translations
estampes etsen
gravures sur cuivre etsen
gravures à l'eau forte etsen
VerbRelated TranslationsOther Translations
graver etsen; graveren branden; creneleren; een inkeping maken; graveren; griffelen; griffen; groeven; ingraveren; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; met een stift inkrassen; uitbeitelen; uitbikken
graver à l'eau forte etsen; graveren inetsen

Related Words for "etsen":