Noun | Related Translations | Other Translations |
article
|
verhandeling; werkstuk
|
artikel; bericht; brokje; ding; eindje; essay; fragmentje; goed; item; klein stukje; lidwoord; object; partje; publicatie; snippertje; stuk; stukje; verhandeling; voorwerp; zaak; zinsnede
|
besogne
|
verhandeling; werkstuk
|
arbeid; job; karwei
|
composition
|
verhandeling; werkstuk
|
assemblage; assembleren; bijeenlegging; bouw; brokje; compositie; constitutie; constructie; eindje; eindscriptie; essay; fragmentje; gestel; intonatie; klein stukje; modulatie; montage; opbouw; opbouwen; opstel; ordening; organisatie; partje; proefwerk; repetitie; samengesteld geheel; samenstelling; samenstelling taalkunde; samenvoeging; scriptie; snippertje; stembuiging; structuur; stukje; systeem; test; toets; toonval; toonzetting; verhandeling; verslag; zetsels; zetten; zetwerk
|
conférence
|
verhandeling; werkstuk
|
beraadslaging; bijeenkomst; conferentie; congres; declamatie; essay; geloofsleer; inleiding; introductie; leer; leerstelling; leerstuk; leesbeurt; lering; lezing; overleg; proloog; samenkomst; spreekbeurt; spreekbeurten; vergadering; verhandeling; versvoordracht; voorbericht; voordracht; voorlezing; voorwoord
|
devoir
|
verhandeling; werkstuk
|
ingewikkeldheid; moeilijkheid; moeten; plicht; probleem; schrijfwerk
|
dissertation
|
verhandeling; werkstuk
|
dissertatie; eindscriptie; opstel; proefschrift; scriptie; verslag
|
essai
|
verhandeling; werkstuk
|
aanslag; eindscriptie; essay; experiment; impact; inspanning; opstel; poging; probeersel; proberen; proef; proefdraaien; proefneming; proefrit; scriptie; trachten; verhandeling; verslag
|
exposé
|
verhandeling; werkstuk
|
bericht; betoog; declamatie; denkbeeld; essay; geloofsleer; geschiedenis; gezichtspunt; grondplan; idee; inleiding; interpretatie; introductie; inzicht; leer; leerstelling; leerstuk; leesbeurt; lering; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; plattegrond; proloog; referaat; relaas; situatieschets; situatietekening; stadskaart; standpunt; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; verhandeling; verslag; versvoordracht; vertelling; vertelsel; visie; voorbericht; voordracht; voorlezing; voorwoord; zienswijze
|
mémoire
|
verhandeling; werkstuk
|
aandenken; gedachtenis; geheugen; herinnering; herinneringsvermogen; heugenis; memorie; nagedachtenis; opstel; scriptie; souvenir; verslag
|
ouvrage
|
verhandeling; werkstuk
|
boekwerk; geschrevene; handwerk; kunstwerk; meesterwerk; oeuvre; pennenvrucht; schriftuur; tekst; verzamelde werken; werk
|
problème
|
verhandeling; werkstuk
|
aangelegenheid; affaire; complicatie; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; issue; kwestie; moeilijkheid; oogpunt; opgaaf; opgave; perspectief; probleem; probleemgeval; probleemstelling; punt; standpunt; stelling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; zaak; zienswijs; zwaarte
|
question
|
verhandeling; werkstuk
|
aangelegenheid; affaire; casus; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ingewikkeldheid; interpellatie; invalshoek; issue; kwestie; kwesties; moeilijkheid; oogpunt; opgaaf; opgave; perspectief; probleem; probleemstelling; problematiek; problemen; punt; standpunt; stelling; vraag; vraagstelling; vraagstuk; zaak; zienswijs; zwaarte
|
rédaction
|
verhandeling; werkstuk
|
formulering; opmaken; opstel; opstellen; redactie; redactiecommissie; redigeren; scriptie; verslag
|
travail
|
verhandeling; werkstuk
|
ambacht; arbeid; arbeidsplaats; baan; bezigheid; hoefstal; inspanning; job; karwei; kunstwerk; loonarbeid; loonwerk; meesterwerk; oeuvre; taak; vak; verzamelde werken; werk; werkkring; werkplek; werkzaamheid
|
tâche
|
verhandeling; werkstuk
|
aanvraag; arbeid; contract; ingewikkeldheid; job; karwei; karweitje; klusje; kwestie; moeilijkheid; opgaaf; opgave; probleem; taak; vraagstuk; zwaarte
|
épreuve
|
verhandeling; werkstuk
|
beproeving; boetedoening; boetstraf; computertoets; drukproef; eindscriptie; ernstige toetsing; leeroefening; opgave; proefdruk; scriptie; toets
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
devoir
|
|
believen; dienen; moeten; schuldig zijn; verplicht zijn; willen
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
mémoire
|
|
geheugen; tijdelijk geheugen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
exposé
|
|
belicht; beschenen; bijgelicht; geopend; helder geworden; ontsloten; opengelegd; opgehelderd; opgetrokken; toegelicht; uitgelegd; verhelderd; verlicht
|