Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. muil:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for muil from Dutch to French

muil:

muil [de ~ (m)] nomen

  1. de muil (bek; smoel; waffel; smoelwerk)
    la gueule; le museau; le bec
  2. de muil (huisschoen; pantoffel; slof)
    la pantoufle

Translation Matrix for muil:

NounRelated TranslationsOther Translations
bec bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel brutaal zijn; grote mond hebben; snavel; tater; tuit; vogelbek
gueule bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel bakkes; brutaal zijn; grote mond hebben; lazer; lazerij; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tater; tronie
museau bek; muil; smoel; smoelwerk; waffel brutaal zijn; grote mond hebben; hondesnuit; snufferd; snuit van een hond; tater
pantoufle huisschoen; muil; pantoffel; slof

Related Words for "muil":


Wiktionary Translations for muil:

muil
noun
  1. cavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.
  2. bouche chez les animaux carnassiers, chez certains poissons et certains gros reptiles.

Cross Translation:
FromToVia
muil gueule gob — slang: mouth
muil bouche; góll; goule mouth — the opening of an animal through which food is ingested
muil gueule Maul — Körperöffnung bei Tieren, durch die Nahrung aufgenommen wird