Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. boekhouder:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for boekhouder from Dutch to French

boekhouder:

boekhouder [de ~ (m)] nomen

  1. de boekhouder (administrateur; beheerder; intendant; referendaris)
    l'administrateur; le comptable; le gérant; le curateur; l'intendant; le régent; le trustee
  2. de boekhouder
    le comptable

Translation Matrix for boekhouder:

NounRelated TranslationsOther Translations
administrateur administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris administrateur; administrator; beheerder; computerbeheerder; rentmeester; sysadmin; systeembeheerder
comptable administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris accountant; registeraccountant; verificateur
curateur administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris boedelredder; curator; gezinsvoogd; voogd
gérant administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris aanvoerder; bedrijfsleider; bestuurder; bevelhebber; boedelredder; commandant; curator; gouverneur; kapitein; kopstuk; landvoogd; manager; regent; rijksbestuurder; stadhouder; voorzitter; zaakwaarnemer; zetbaas
intendant administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris rentmeester
régent administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris gouverneur; landvoogd; overheerser; overweldiger; plaatsbekleder; regent; rijksbestuurder; stadhouder
trustee administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris trustee

Related Words for "boekhouder":

  • boekhouders

Wiktionary Translations for boekhouder:

boekhouder
noun
  1. iemand die de inkomsten en uitgaven van een organisatie bijhoudt
boekhouder
noun
  1. Celui, celle qui fait profession de tenir les comptabilités.

Cross Translation:
FromToVia
boekhouder expert-comptable; comptable accountant — one whose profession includes organizing, maintaining and auditing the records of another
boekhouder comptable accountant — a reckoner, or someone who maintains financial matters for a person(s)