Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. naamval:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for naamval from Dutch to French

naamval:

naamval [de ~ (m)] nomen

  1. de naamval
    le cas
    • cas [le ~] nomen

Translation Matrix for naamval:

NounRelated TranslationsOther Translations
cas naamval aangelegenheid; affaire; casus; deining; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; incident; invalshoek; issue; kwestie; kwesties; oogpunt; ophef; perspectief; probleem; problematiek; problemen; punt; standpunt; vraagstuk; zaak; zaakje; zienswijs

Related Words for "naamval":

  • naamvallen

Wiktionary Translations for naamval:

naamval
noun
  1. een buigingsvorm van een naamwoord, lidwoord of telwoord die de functie van dat woord in de zin aangeeft
    • naamvalcas

Cross Translation:
FromToVia
naamval cas case — grammar: specific inflection
naamval élatif elative case — case used to indicate movement out of something
naamval cas grammatical grammatical case — mode of inflection of a word dependent on its use, especially the syntactic function in a phrase
naamval cas FallLinguistik: Begriff aus der Grammatik, deutsche Bezeichnung für Kasus
naamval cas KasusLinguistik: grammatische Kategorie der Deklination von Substantiven, Adjektiven, Pronomen und Artikel