Dutch

Detailed Translations for donkerheid from Dutch to French

donker:

donker [de ~ (m)] nomen

  1. de donker (duisternis; duister)
    la ténèbres; le noir; l'obscurité; la nuit

Translation Matrix for donker:

NounRelated TranslationsOther Translations
louche lepel; opscheplepel
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
noir donker; duister; duisternis deemstering; donkerte; duister; duisterheid; duisternis; kleurling; neger; onduidelijkheid; zwart zijn; zwarte; zwartheid
nuit donker; duister; duisternis deemstering; donkerte; duisternis; nacht; overnachting
obscurité donker; duister; duisternis deemstering; donkerte; duister; duisterheid; duisternis; mist; nevel; onduidelijkheid; waas
sinistre catastrofe; ramp; schadegeval
ténèbres donker; duister; duisternis deemstering; donkerte; duister; duisterheid; duisternis; hel; onduidelijkheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
douteusement donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedenkelijk; betwist; discutabel; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
douteux donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedenkelijk; bedoezeld; betwist; discutabel; dubieus; duister; groezelig; kwestieus; louche; morsig; niet zeker; omstreden; onbetrouwbaar; ongewis; onguur; onvast; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; twijfelachtig; verdacht; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
ignoble donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht banaal; bedriegelijk; boefachtig; boosaardig; eerloos; gefingeerd; gemeen; gluiperig; grof; infaam; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; min; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; ploertig; schunnig; schurkachtig; slecht; triviaal; vals; vuig; vunzig
louche donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; duister; duivelachtig; duivels; eng; griezelig; kwaadaardig; louche; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; sinister; verdacht; wollig
lugubre donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; beangstigend; dreigend; droefgeestig; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; luguber; macaber; melancholisch; naar; naargeestig; onheilspellend; sinister; somber; spookachtig
mauvais donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht arm; erg; ernstig; gemeen; giftig; inferieur; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; min; minderwaardig; niet lekker; niet smakelijk; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ongepast; onkies; onvertogen; slecht; snood; tweederangs; vals; van bedenkelijke aard; venijnig; verkeerd; zwak
méchant donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht achterbaks; banaal; bar slecht; bedriegelijk; doortrapt; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; grof; honds; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; venijnig; vunzig
noir donker; duister; onverlicht droefgeestig; melancholisch; zwart
obscur donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; onverlicht; verdacht boosaardig; complex; cryptisch; dreigend; duister; gecompliceerd; geestelijk verward; geheimzinnig; huiveringwekkend; in de war; ingewikkeld; louche; luguber; mysterieus; onbetrouwbaar; ondersteboven; onduidelijk; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; onthutst; raadselachtig; sinister; verdacht; verward; wollig
obscurément donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; onverlicht; verdacht dreigend; duister; huiveringwekkend; louche; luguber; onbetrouwbaar; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; sinister; verdacht
pas éclairé donker; duister; onverlicht
sinistre donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; beangstigend; dreigend; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; luguber; macaber; naargeestig; onheilspellend; sinister; somber; spookachtig; triest; troosteloos; zwaarmoedig
sombre donker; duister; onverlicht bedroefd; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; doods; droef; droefgeestig; droevig; excessief; extreem; grauw; grauwkleurig; grijs; heel erg; hogelijk; kommervol; melancholisch; melancholische; mistroostig; naar; naargeestig; rouwig; somber; ten zeerste; treurig; triest; troosteloos; uitermate; uiterst; verdrietig; vol met zorgen; vreugdeloos; zeer; zwaarmoedig; zwartgallig
ténébreux donker; duister; onverlicht grauw; mistroostig; somber; triest; troosteloos; vreugdeloos
vil donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht achterbaks; banaal; bedriegelijk; doortrapt; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; min; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; schunnig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; vuig; vunzig
visqueux donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht dik vloeibaar; dikvloeibaar; flemerig; flikflooierig; klef; kleverig; plakkerig; slijmerig; slijmig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; viskeus

Related Words for "donker":

  • donkerheid, donkeren, donkers, donkerst, donkerste

Antonyms for "donker":


Related Definitions for "donker":

  1. als zon en lampen niets uitstralen als je weinig kunt zien1
    • ben je thuis voor het donker wordt?1
  2. dichter bij zwart dan bij wit1
    • deze kleur blauw is veel donkerder dan die andere1
  3. laag en zwaar1
    • ze heeft een warme, donkere stem1

Wiktionary Translations for donker:

donker
adjective
  1. zonder licht
donker
Cross Translation:
FromToVia
donker obscur; sombre dark — having an absolute or relative lack of light
donker foncé dark — not bright or light, deeper in hue
donker obscurité dark — a complete or partial absence of light
donker lugubre; terne; sombre gloomy — imperfectly illuminated


Wiktionary Translations for donkerheid:


Cross Translation:
FromToVia
donkerheid ténèbres; obscurité; sombreur; noirceur darkness — state of being dark

External Machine Translations: