Summary
Dutch to French: more detail...
- wandelen:
-
Wiktionary:
- wandelen → se promener
- wandelen → se promener, randonnée pédestre, randonnée, errer, flâner, se balader, marcher, faire, à pied, aller se promener
-
User Contributed Translations for wandelen:
- promener, balader
Dutch
Detailed Translations for wandelen from Dutch to French
wandelen:
-
wandelen (kuieren; lopen; slenteren; rondslenteren)
Conjugations for wandelen:
o.t.t.
- wandel
- wandelt
- wandelt
- wandelen
- wandelen
- wandelen
o.v.t.
- wandelde
- wandelde
- wandelde
- wandelden
- wandelden
- wandelden
v.t.t.
- heb gewandeld
- hebt gewandeld
- heeft gewandeld
- hebben gewandeld
- hebben gewandeld
- hebben gewandeld
v.v.t.
- had gewandeld
- had gewandeld
- had gewandeld
- hadden gewandeld
- hadden gewandeld
- hadden gewandeld
o.t.t.t.
- zal wandelen
- zult wandelen
- zal wandelen
- zullen wandelen
- zullen wandelen
- zullen wandelen
o.v.t.t.
- zou wandelen
- zou wandelen
- zou wandelen
- zouden wandelen
- zouden wandelen
- zouden wandelen
en verder
- ben gewandeld
- bent gewandeld
- is gewandeld
- zijn gewandeld
- zijn gewandeld
- zijn gewandeld
diversen
- wandel!
- wandelt!
- gewandeld
- wandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wandelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire un tour | kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen | banjeren; rondrijden; rondtoeren; vertreden |
se balader | kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen | banjeren; drentelen; flaneren; slenteren |
se promener | kuieren; lopen; rondslenteren; slenteren; wandelen | rondlopen; rondwaren; rondzwalken |
Related Definitions for "wandelen":
Wiktionary Translations for wandelen:
wandelen
Cross Translation:
verb
wandelen
-
een wandeling maken
- wandelen → se promener
-
Marcher, aller à pied, à cheval, en voiture, etc.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wandelen | → randonnée pédestre; randonnée | ↔ hiking — walking |
• wandelen | → errer | ↔ roam — wander freely |
• wandelen | → flâner; se promener; se balader | ↔ stroll — wander on foot |
• wandelen | → marcher; se promener | ↔ walk — move on the feet |
• wandelen | → marcher; faire; à pied | ↔ walk — to travel a distance by walking |
• wandelen | → aller se promener | ↔ spazieren — gemächlich gehen zum Zwecke der Entspannung und Zerstreuung |