Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitval:
  2. uitvallen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitval from Dutch to French

uitval:


uitval form of uitvallen:

uitvallen [het ~] nomen

  1. het uitvallen (wegvallen)
    l'abandon

Translation Matrix for uitvallen:

NounRelated TranslationsOther Translations
abandon uitvallen; wegvallen abnormaal beëindigen; afgezonderdheid; afstappen; afzien van; eenzaam gevoel; eenzaamheid; het achterlaten; hulpeloosheid; isolement; verlaten; verlatenheid; verlating

Wiktionary Translations for uitvallen:

uitvallen
verb
  1. Se remettre à ; se laisser aller à ; se livrer à.
  2. Se désister de quelque chose, soit par acte exprès, soit autrement.
  3. Se démettre, remettre. désuet|fr Il s’entendait ordinairement d’un bénéfice.

Related Translations for uitval