Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wiegeling:


Dutch

Detailed Translations for wiegeling from Dutch to English

wiegeling:

wiegeling [de ~ (v)] nomen

  1. de wiegeling (zeegang; deining; schommeling)
    the oscillation; the swinging; the swell; the sea

Translation Matrix for wiegeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
oscillation deining; schommeling; wiegeling; zeegang geslinger; klokkeslinger; oscillatie; slingerbeweging; slingerende beweging; slingering; zwaai
sea deining; schommeling; wiegeling; zeegang oceaan; sop; wereldzee; zee
swell deining; schommeling; wiegeling; zeegang banjer; bult; deining; heuvel; op en neer bewegen
swinging deining; schommeling; wiegeling; zeegang slingerende beweging; slingering; zwaai
VerbRelated TranslationsOther Translations
swell dik worden; expanderen; openen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
swinging bungelend; fluctuerend; heen en weer bewegend; heen en weer zwaaiend; schommelend; slingerend
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
swell fantastisch; super; supergaaf
ModifierRelated TranslationsOther Translations
swell fantastisch; gelikt; geweldig; grandioos; groots; magnifiek; picobello; piekfijn; schitterend; tiptop; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk

Related Words for "wiegeling":

  • wiegelingen