Summary


Dutch

Detailed Translations for bezweerden from Dutch to English

bezweren:

bezweren verb (bezweer, bezweert, bezweerde, bezweerden, bezweerd)

  1. bezweren (slangen bezweren)
    to raise; charm snakes
  2. bezweren (uitbannen; verbannen; verdrijven; )
    to banish; to expel; to ban; to ostracize; to exile; to repel; to drive out; to exorcize; to dispel; to drive away; to exorcise; to drive off; to ostracise
    • banish verb (banishs, banished, banishing)
    • expel verb (expels, expelled, expelling)
    • ban verb (bans, banned, banning)
    • ostracize verb, amerikan (ostracizes, ostracized, ostracizing)
    • exile verb (exiles, exiled, exiling)
    • repel verb (repels, repelled, repelling)
    • drive out verb (drives out, drove out, driving out)
    • exorcize verb, amerikan (exorcizes, exorcized, exorcizing)
    • dispel verb (dispels, dispelled, dispelling)
    • drive away verb (drives away, drove away, driving away)
    • exorcise verb, engelsk (exorcises, exorcised, exorcising)
    • drive off verb (drives off, drove off, driving off)
    • ostracise verb, engelsk

Conjugations for bezweren:

o.t.t.
  1. bezweer
  2. bezweert
  3. bezweert
  4. bezweren
  5. bezweren
  6. bezweren
o.v.t.
  1. bezweerde
  2. bezweerde
  3. bezweerde
  4. bezweerden
  5. bezweerden
  6. bezweerden
v.t.t.
  1. heb bezweerd
  2. hebt bezweerd
  3. heeft bezweerd
  4. hebben bezweerd
  5. hebben bezweerd
  6. hebben bezweerd
v.v.t.
  1. had bezweerd
  2. had bezweerd
  3. had bezweerd
  4. hadden bezweerd
  5. hadden bezweerd
  6. hadden bezweerd
o.t.t.t.
  1. zal bezweren
  2. zult bezweren
  3. zal bezweren
  4. zullen bezweren
  5. zullen bezweren
  6. zullen bezweren
o.v.t.t.
  1. zou bezweren
  2. zou bezweren
  3. zou bezweren
  4. zouden bezweren
  5. zouden bezweren
  6. zouden bezweren
diversen
  1. bezweer!
  2. bezweert!
  3. bezweerd
  4. bezwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bezweren:

NounRelated TranslationsOther Translations
ban ban; boycot; exportverbod; kerkban; uitvoerverbod; verbod
exile asielzoeker; balling; banneling; refugié; uitgewekene; verstotene; vluchteling
raise aankweken; doen voorttelen; fokken
VerbRelated TranslationsOther Translations
ban bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen schorsen; suspenderen; verbieden
banish bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen uitwijzen
charm snakes bezweren; slangen bezweren
dispel bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen
drive away bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen wegrijden
drive off bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
drive out bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
exile bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
exorcise bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
exorcize bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
expel bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen afscheiden; afvoeren; diskwalificeren; lozen; royeren; uitdrijven; uitscheiden; uitsluiten; uitstoten; uitwerpen; verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen
ostracise bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
ostracize bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
raise bezweren; slangen bezweren aankaarten; aansnijden; aanvoeren; bouwen; construeren; ding rechtzetten; entameren; fokken; grootbrengen; heffen; hijsen; hoger maken; instellen; invoeren; jezelf opwerken; kweken; naar boven tillen; naar voren brengen; naarbovendragen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogbrengen; omhooghalen; omhoogheffen; op tafel leggen; opfokken; ophalen; opheffen; ophijsen; ophogen; opperen; oprichten; optrekken; opvoeden; opwerken; opwerpen; overeindzetten; poneren; rechtop zetten; stellen; stichten; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; verhogen; vooruitkomen; vormen; zich omhoogtrekken; zich optrekken aan
repel bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen

Wiktionary Translations for bezweren:

bezweren
verb
  1. use a magical charm
  2. seduce, entrance or fascinate
  3. to beg

Cross Translation:
FromToVia
bezweren implore implorerdemander humblement et avec instance, secours, faveur, ou grâce.
bezweren solicit; beg; implore; plead; appeal; beseech; attract; draw; allure solliciterinciter ou exciter à faire quelque chose.

External Machine Translations: