Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. welvarendheid:
  2. welvarend:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for welvarendheid from Dutch to English

welvarendheid:

welvarendheid [znw.] nomen

  1. welvarendheid (welvaart)
    the prosperity

Translation Matrix for welvarendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
prosperity welvaart; welvarendheid heil; succes; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welstand; welvaart; welzijn

Related Words for "welvarendheid":


Wiktionary Translations for welvarendheid:


Cross Translation:
FromToVia
welvarendheid prosperity; success; weal prospéritéheureux état, heureuse situation, soit des affaires générales, soit des affaires particulier.

welvarend:


Translation Matrix for welvarend:

NounRelated TranslationsOther Translations
well bron; put; waterput; wel
VerbRelated TranslationsOther Translations
rich bulken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
flourishing florerend; welgesteld; welvarend blakend; bloeiend; fleurig; florissant; gezond; opbloeiend; toenemend in bloei; zonder ziekte
healthy florerend; welgesteld; welvarend blakend; blakend van gezondheid; fit; fleurig; florissant; getraind; gezond; gezondheids; gezondheidsbevorderend; zonder ziekte
prosperous florerend; welgesteld; welvarend blakend; bloeiend; florissant; gelukkig; geslaagd; gezond; in goeden doen; succesvol; voorspoedig; voorspoedig verlopend; welgesteld; zonder ziekte
rich florerend; welgesteld; welvarend machtig; moeilijk verteerbaar; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; slecht verteerbaar; zwaar
thriving florerend; welgesteld; welvarend blakend; fit; getraind; gezond; zonder ziekte
wealthy florerend; welgesteld; welvarend gefortuneerd; gegoed; kapitaalkrachtig; rijk; schatrijk; steenrijk; vermogend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
in good health florerend; welgesteld; welvarend blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; zonder ziekte
well florerend; welgesteld; welvarend blakend; blakend van gezondheid; fit; getraind; gezond; jawel; tja; wel; welnu; zonder ziekte
well-of florerend; welgesteld; welvarend gefortuneerd; rijk; vermogend

Related Words for "welvarend":


Wiktionary Translations for welvarend:

welvarend
verb
  1. over ruime financiële middelen beschikkend
welvarend
adjective
  1. well off; affluent
  2. rich; affluent