Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gezant:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gezant from Dutch to English

gezant:

gezant [de ~ (m)] nomen

  1. de gezant (ambassadeur)
    the ambassador
  2. de gezant (afgevaardigde; afgezant)
    the representative; the envoy; the ambassador; the envoi

Translation Matrix for gezant:

NounRelated TranslationsOther Translations
ambassador afgevaardigde; afgezant; ambassadeur; gezant
envoi afgevaardigde; afgezant; gezant afgezant
envoy afgevaardigde; afgezant; gezant afgezant
representative afgevaardigde; afgezant; gezant afgevaardigde; commis-voyageur; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; handelsreiziger; lasthebber; plaatsvervanger; representant; verkoopagent; verkoper; vertegenwoordiger; woordvoerder; zegsman
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
representative representatief; vertegenwoordigend

Wiktionary Translations for gezant:

gezant
noun
  1. representative