Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gewricht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gewricht from Dutch to English

gewricht:

gewricht [het ~] nomen

  1. het gewricht (verbinding van beenderen)
    the joint; the ligature; the hinge; the hinge joint; the ball-and-socket joint

Translation Matrix for gewricht:

NounRelated TranslationsOther Translations
ball-and-socket joint gewricht; verbinding van beenderen gewrichtsknobbel; kogelgewricht
hinge gewricht; verbinding van beenderen hengsel; scharnier
hinge joint gewricht; verbinding van beenderen scharniergewricht
joint gewricht; verbinding van beenderen draai; geleding; gelid; gewrichtsknobbel; kink; knoop; kronkel; las; lasnaad; lus; lusvormige kromming; rij manschappen; stickie; verbinding van lichaamsdelen; welnaad
ligature gewricht; verbinding van beenderen koppelletter; verband; zwachteling
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
joint aaneengesloten; algemeen; een eenheid vormend; gemeenschappelijk; meer personen betreffend; samenhangend; verbonden; verenigd

Related Words for "gewricht":

  • gewrichten

Wiktionary Translations for gewricht:

gewricht
noun
  1. verbinding
gewricht
noun
  1. part of the body where bones join

Cross Translation:
FromToVia
gewricht joint; ginglymus GelenkAnatomie: bewegliche Verbindung von Knochen

Related Translations for gewricht