Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. fabricatie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for fabricatie from Dutch to English

fabricatie:

fabricatie [de ~ (v)] nomen

  1. de fabricatie
    the production; the manufacture

Translation Matrix for fabricatie:

NounRelated TranslationsOther Translations
manufacture fabricatie constructie; fabricage; fabrikaat; maak; maaksel; makelij; maken; merk; product; productie; vervaardiging
production fabricatie aanfok; aankweek; aankweken; aanmaak; aanmaken; aanplant; cultuur; drama; fabricage; fabriceren; fok; fokkerij; kweken; maken; produceren; productie; reproductie; schouwspel; stuk; teelt; toneelstuk; verbouw; vervaardigen; vervaardiging; voortbrenging; voortplanting
VerbRelated TranslationsOther Translations
manufacture fabriceren; in het leven roepen; maken; produceren; scheppen; vervaardigen; voortbrengen

Wiktionary Translations for fabricatie:

fabricatie
noun
  1. het vervaardigen van producten; aanmaak, vervaardiging, bewerking door een fabriek

External Machine Translations: