Summary
Dutch to English: more detail...
- smeren:
- smeer:
-
Wiktionary:
- smeren → spread, anoint, smear, oil, lubricate, grease
- smeren → butter, smear, anoint, apply, spread, parade, rub on, grease, lay out, spread out, extend, spread-eagle, augment, enlarge, increase, aggrandize, magnify, step up, unroll, unfold, unfurl, expand, reach, stretch, stretch out, adulterate, dilute
- smeer → suet, tallow, grease
- smeer → creme, grease, fat
Dutch
Detailed Translations for smeren from Dutch to English
smeren:
-
smeren (invetten; oliën; inoliën)
-
smeren (vertrekken; weggaan; verwijderen; wegtrekken; afreizen; opstappen; wegreizen)
Conjugations for smeren:
o.t.t.
- smeer
- smeert
- smeert
- smeren
- smeren
- smeren
o.v.t.
- smeerde
- smeerde
- smeerde
- smeerden
- smeerden
- smeerden
v.t.t.
- heb gesmeerd
- hebt gesmeerd
- heeft gesmeerd
- hebben gesmeerd
- hebben gesmeerd
- hebben gesmeerd
v.v.t.
- had gesmeerd
- had gesmeerd
- had gesmeerd
- hadden gesmeerd
- hadden gesmeerd
- hadden gesmeerd
o.t.t.t.
- zal smeren
- zult smeren
- zal smeren
- zullen smeren
- zullen smeren
- zullen smeren
o.v.t.t.
- zou smeren
- zou smeren
- zou smeren
- zouden smeren
- zouden smeren
- zouden smeren
en verder
- ben gesmeerd
- bent gesmeerd
- is gesmeerd
- zijn gesmeerd
- zijn gesmeerd
- zijn gesmeerd
diversen
- smeer!
- smeert!
- gesmeerd
- smerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for smeren:
Related Words for "smeren":
Wiktionary Translations for smeren:
smeren
Cross Translation:
verb
smeren
-
met een zachte massa bestrijken
- smeren → spread
-
(overgankelijk) met een zachte massa bestrijken
verb
-
lubricate with oil
-
to make slippery or smooth
-
to bribe
-
put grease or fat on something
-
to spread (a substance)
-
to smear, distribute in a thin layer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• smeren | → butter | ↔ buttern — Gastronomie: mit Butter bestreichen |
• smeren | → smear; anoint; apply; spread | ↔ enduire — Traductions à trier suivant le sens |
• smeren | → parade; anoint; smear; spread; rub on; grease; apply | ↔ étaler — Traductions à trier suivant le sens. |
• smeren | → anoint; smear; spread; grease; apply; lay out; spread out; extend; spread-eagle; augment; enlarge; increase; aggrandize; magnify; step up; unroll; unfold; unfurl; expand; reach; stretch; stretch out; adulterate; dilute | ↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens |
smeren form of smeer:
Translation Matrix for smeer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fat | olie; reuzel; smeer; vet | braadvet; huidvet; liposoom |
grease | olie; reuzel; smeer; vet | |
lard | olie; reuzel; smeer; vet | lardeerspek; reuzel |
liniment | balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf | |
ointment | balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf | |
unguent | balsem; smeer; smeersel; smeerseltje; smeerzalf; zalf | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
grease | afreizen; doorsmeren; heengaan; inoliën; invetten; oliën; smeren; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken | |
lard | doorspekken; larderen; spek doen in; spekken |