Summary
Dutch
Detailed Translations for modelleren from Dutch to English
modelleren:
Conjugations for modelleren:
o.t.t.
- modelleer
- modelleert
- modelleert
- modelleren
- modelleren
- modelleren
o.v.t.
- modelleerde
- modelleerde
- modelleerde
- modelleerden
- modelleerden
- modelleerden
v.t.t.
- heb gemodelleerd
- hebt gemodelleerd
- heeft gemodelleerd
- hebben gemodelleerd
- hebben gemodelleerd
- hebben gemodelleerd
v.v.t.
- had gemodelleerd
- had gemodelleerd
- had gemodelleerd
- hadden gemodelleerd
- hadden gemodelleerd
- hadden gemodelleerd
o.t.t.t.
- zal modelleren
- zult modelleren
- zal modelleren
- zullen modelleren
- zullen modelleren
- zullen modelleren
o.v.t.t.
- zou modelleren
- zou modelleren
- zou modelleren
- zouden modelleren
- zouden modelleren
- zouden modelleren
en verder
- ben gemodelleerd
- bent gemodelleerd
- is gemodelleerd
- zijn gemodelleerd
- zijn gemodelleerd
- zijn gemodelleerd
diversen
- modelleer!
- modelleert!
- gemodelleerd
- modellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for modelleren:
Wiktionary Translations for modelleren:
modelleren
modelleren
Cross Translation:
verb
-
create from a substance
-
make a miniature model
-
use as a model
-
to shape; to form
- hew → vormen; modelleren; boetseren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• modelleren | → model; mould | ↔ modeler — façonner une matière molle pour en faire une forme. |