Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. einden:
  2. eind:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for einden from Dutch to English

einden:

einden [de ~] nomen, plural

  1. de einden (eindjes)
    the ends; the stubs
  2. de einden (slotbeschouwingen; afsluitingen; slotsommen; conclusies)
    the conclusions; the concluding remarks; the conclusion; the endings

Translation Matrix for einden:

NounRelated TranslationsOther Translations
concluding remarks afsluitingen; conclusies; einden; slotbeschouwingen; slotsommen conclusie; slotbeschouwing
conclusion afsluitingen; conclusies; einden; slotbeschouwingen; slotsommen afdoening; afhandeling; beëindiging; conclusie; einde; eindsom; gevolgtrekking; slot; slotbeschouwing; slotsom; sluiting
conclusions afsluitingen; conclusies; einden; slotbeschouwingen; slotsommen conclusies; gevolgtrekkingen
endings afsluitingen; conclusies; einden; slotbeschouwingen; slotsommen
ends einden; eindjes
stubs einden; eindjes stompjes

Related Words for "einden":


Wiktionary Translations for einden:

einden
verb
  1. ergative, intransive: be finished, be terminated

eind:

eind [het ~] nomen

  1. het eind (ontknoping; einde)
    the final end

Translation Matrix for eind:

NounRelated TranslationsOther Translations
final end eind; einde; ontknoping
- slot; stuk

Related Words for "eind":


Synonyms for "eind":


Antonyms for "eind":


Related Definitions for "eind":

  1. het laatste gedeelte van iets1
    • aan het eind van de film komt alles goed1
  2. bepaalde afstand of lengte1
    • de hond liep een eindje met me mee1

Wiktionary Translations for eind:

eind
noun
  1. amount of space between two points

Cross Translation:
FromToVia
eind peak; point; summit; tip; apex; highlight; zenith; acme; end; ending; conclusion; finish; termination boutpartie extrême d’une chose.
eind distance; way distance — (figuré) différence de nature, de statut, de classe sociale.
eind end; ending; conclusion; finish; termination fin — Terminaison



English