Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. constructeur:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for constructeur from Dutch to English

constructeur:

constructeur [de ~ (m)] nomen

  1. de constructeur
    the design engineer; the designer

Translation Matrix for constructeur:

NounRelated TranslationsOther Translations
design engineer constructeur artdirector; designer; ontwerper
designer constructeur artdirector; designer; ontwerper; ontwerper van reclame; reclameontwerper; tekenaar; tekenares; vormgever

Related Words for "constructeur":

  • constructeurs

Wiktionary Translations for constructeur:

constructeur
noun
  1. een ontwerper van constructies