Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. begroeting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for begroeting from Dutch to English

begroeting:

begroeting [de ~ (v)] nomen

  1. de begroeting (groet; welkomstgroet; saluut)
    the greeting; the salutation; the words of welcome; the salute; the welcome

Translation Matrix for begroeting:

NounRelated TranslationsOther Translations
greeting begroeting; groet; saluut; welkomstgroet groet; groeten; handgebaar
salutation begroeting; groet; saluut; welkomstgroet eregroet; militaire groet; saluut
salute begroeting; groet; saluut; welkomstgroet een salvo toejuichingen; eregroet; militaire groet; saluut; saluutschot; salvo
welcome begroeting; groet; saluut; welkomstgroet borrel; informele receptie; instuif; receptie; verwelkoming; welkom; welkomstgroeten
words of welcome begroeting; groet; saluut; welkomstgroet welkomstgroeten
VerbRelated TranslationsOther Translations
salute groeten; salueren; saluutschoten lossen
welcome begroeten; binnenhalen; gedag zeggen; groeten; onthalen; ontvangen; vergasten; verwelkomen; welkom heten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
welcome geziene; welkom; welkome
OtherRelated TranslationsOther Translations
welcome welkom

Related Words for "begroeting":

  • begroetingen

Wiktionary Translations for begroeting:

begroeting
noun
  1. het erkennen van elkaars aanwezigheid wanneer men elkaar ontmoet
begroeting
noun
  1. acknowledgement of a persons presence or arrival
  2. act of greeting someone's arrival