Summary


Dutch

Detailed Translations for vrijlating from Dutch to English

vrijlating:

vrijlating [de ~ (v)] nomen

  1. de vrijlating (amnestie; kwijtschelding)
    the remission; the amnesty; the manumission; the release; the pardon; the liberation; the absolution
  2. de vrijlating (loslating)
    the discharge; the release; the manumission; the dismissal; the liberation

Translation Matrix for vrijlating:

NounRelated TranslationsOther Translations
absolution amnestie; kwijtschelding; vrijlating absolutie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon
amnesty amnestie; kwijtschelding; vrijlating absolutie; kwijtschelding; pardon
discharge loslating; vrijlating afdanken; afschaffen; afvoer; afwatering; decharge; emissie; kwijting; lossing; lozing; ontlading; ontslaan; ontslaan van werknemers; ontslag; plotselinge uitbarsting; uit de dienst ontslaan; uitlading; uitstoot; waterafvoer
dismissal loslating; vrijlating afdanken; afdanking; afkeuring; afschaffen; afwijzing; congé; ontslaan; ontslaan van werknemers; ontslag; rejectie; terugwijzing; uit de dienst ontslaan; uitstoot; verwerping; verworpenheid; weigering
liberation amnestie; kwijtschelding; loslating; vrijlating beschikbaarmaken; bevrijden; bevrijding; disponibel maken; loslaten; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking; zaligheid
manumission amnestie; kwijtschelding; loslating; vrijlating
pardon amnestie; kwijtschelding; vrijlating absolutie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
release amnestie; kwijtschelding; loslating; vrijlating bevrijding; invrijheidstelling; loslating; losraken; ontzetting; redding; uitlaat; uitlaatpijp; verlossing; versie; vlampijp; vrijmaking; zaligheid
remission amnestie; kwijtschelding; vrijlating absolutie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
VerbRelated TranslationsOther Translations
discharge aan de dijk zetten; afdanken; afladen; afscheiden; afvloeien; afvoeren; congé geven; dwingen ontslag te nemen; eruit gooien; iets uitladen; kwijten; lossen; lozen; ontheffen; ontladen; ontslaan; pasporteren; uitscheiden; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden
pardon excuseren; excuses aanbieden; vergeven; vergiffenis schenken; verontschuldigen
release afhelpen; amnestie verlenen; bevrijden; bevrijden van; bevrijden van belegeraars; detacheren; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; lanceren; laten gaan; laten opstijgen; loskomen; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; ontheffen; ontslaan; ontsnappen; ontzetten; op de markt brengen; openen; openstellen; oplaten; scheiden; toegankelijk maken; uitgeven; uitsturen; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; verzenden; vrijgeven; vrijkomen; vrijlaten; wegsturen; wegzenden; zich bevrijden

Related Words for "vrijlating":

  • vrijlatingen

Wiktionary Translations for vrijlating:


External Machine Translations: