Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. komend:
  2. komen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for komend from Dutch to English

komend:

komend adj

  1. komend

Translation Matrix for komend:

NounRelated TranslationsOther Translations
coming aankomen; aankomst; arriveren; in aantocht; komen; komst; nadering
following achtervolgen; daaropvolgend; volgen
next daaropvolgend
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
coming komend aankomend; aanstaand; aanstaande; eerstvolgend; toekomend; toekomstig; toekomstige
following komend navolgend; onderstaande; volgend; volgende
subsequent komend navolgend; onderstaande; opvolgend; volgend; volgende
AdverbRelated TranslationsOther Translations
next later; straks; zometeen
OtherRelated TranslationsOther Translations
following naar aanleiding van
ModifierRelated TranslationsOther Translations
next komend aankomend; aanstaand; aanstaande; daarna; eerstvolgend; hierna; hierop; later; naderhand; nadien; navolgend; onderstaande; toekomend; toekomstig; toekomstige; vervolgens; volgend; volgende

Wiktionary Translations for komend:


Cross Translation:
FromToVia
komend next; ahead; forthcoming; future; coming; upcoming; following; subsequent; speedy prochain — Voisin, suivant.
komend close; nearby; near; next; adjacent; handy; local proche — Traductions à trier suivant le sens

komen:

komen [znw.] nomen

  1. komen (arriveren; aankomen)
    the coming; the arrival; the arriving

komen verb (kom, komt, kwam, kwamen, gekomen)

  1. komen
    to come; to come up
    – move toward, travel toward something or somebody or approach something or somebody 1
    • come verb (comes, came, coming)
      • He came singing down the road1
      • come down here!1
      • come out of the closet!1
      • come into the room1
    • come up verb (comes up, came up, coming up)

Conjugations for komen:

o.t.t.
  1. kom
  2. komt
  3. komt
  4. komen
  5. komen
  6. komen
o.v.t.
  1. kwam
  2. kwam
  3. kwam
  4. kwamen
  5. kwamen
  6. kwamen
v.t.t.
  1. ben gekomen
  2. bent gekomen
  3. is gekomen
  4. zijn gekomen
  5. zijn gekomen
  6. zijn gekomen
v.v.t.
  1. was gekomen
  2. was gekomen
  3. was gekomen
  4. waren gekomen
  5. waren gekomen
  6. waren gekomen
o.t.t.t.
  1. zal komen
  2. zult komen
  3. zal komen
  4. zullen komen
  5. zullen komen
  6. zullen komen
o.v.t.t.
  1. zou komen
  2. zou komen
  3. zou komen
  4. zouden komen
  5. zouden komen
  6. zouden komen
diversen
  1. kom!
  2. komt!
  3. gekomen
  4. komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for komen:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrival aankomen; arriveren; komen aankomst; binnenkomst; entree; intocht; intrede; komst; overkomst
arriving aankomen; arriveren; komen
coming aankomen; arriveren; komen aankomst; in aantocht; komst; nadering
VerbRelated TranslationsOther Translations
come komen eindigen op; ejaculeren; klaarkomen; uitkomen op
come up komen aanwassen; bovenkomen; kiemen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogkomen; omhoogstijgen; ontkiemen; rijzen; stijgen; uit de kiem te voorschijn komen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
coming aankomend; aanstaand; aanstaande; eerstvolgend; komend; toekomend; toekomstig; toekomstige

Related Words for "komen":


Antonyms for "komen":


Related Definitions for "komen":

  1. de plaats bereiken, er verschijnen2
    • vader komt thuis2
  2. eruit ontstaan2
    • er komt bloed uit de wond2

Wiktionary Translations for komen:

komen
verb
  1. bewegen van verder weg naar dichterbij
  2. een orgasme hebben
komen
verb
  1. slang: sperm
  2. slang: have an orgasm; ejaculate
  3. to have a relative position in a sequence
  4. to move from further away to nearer to
noun
  1. slang: sperm
adjective
  1. legally qualified

Cross Translation:
FromToVia
komen stand up se mettre debout — Prendre une position debout ; passer d’une position assise, allongée, accroupie etc. à une position debout.
komen come; happen venir — Traductions de venir

Related Translations for komend