Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bijtend:
  2. bijten:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for bijtend:
    • poignant


Dutch

Detailed Translations for bijtend from Dutch to English

bijtend:


Translation Matrix for bijtend:

NounRelated TranslationsOther Translations
biting bijten
cutting couperen; gesnij; jonge plant; knipsel; loot; plantestekje; scheut; schoot; snijding; spruit; stek; stekje; uitknipsel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
biting bijtend; doordringend; fel; gemeen; inbijtend; invretend; inwerkend; scherp bijtende; gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
corrosive bijtend; inbijtend; invretend; inwerkend
cutting bijtend; doordringend; fel; gemeen; scherp fel; hanig; op afgebeten toon; pinnig; scherp; schril; snibbig; snijdend; stekend; vinnig; vlijmend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
corroding bijtend; inbijtend; invretend; inwerkend

Wiktionary Translations for bijtend:

bijtend
adjective
  1. prone to biting
  2. sharp in intent, sarcastic
  3. biting, sharp or caustic in style or tone
  4. biting, causing a bite or sting
  5. capable of destroying organic tissue
  6. sharp, caustic, severe
  7. offensive, critical, or acrimonious

Cross Translation:
FromToVia
bijtend acerbic; vinegary; acrid; acrimonious; acidulous; astringent acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
bijtend sour; bitter; acrid; tart aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
bijtend sharp; acute; shrill; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; strident aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
bijtend sharp coupant — Qui couper.
bijtend bitter; acrid cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
bijtend fine; subtle; delicate; light; thin; keen; acute findélié, menu, mince ou étroit.
bijtend incisive; sharp; acute; keen; poignant incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
bijtend biting; sharp; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; acute mordant — didact|fr Qui mordre.
bijtend piercing; shrill; sharp; sharp-toned; waspish; acute perçant — Qui percer, qui pénétrer.
bijtend sharp; trenchant; spicy; nasty; racy; lurid; acrid; acrimonious; keen; poignant; waspish; acute piquant — Qui piquer.
bijtend pointed; sharp; keen pointu — Qui se termine en pointe
bijtend penetrating pénétrant — Qui pénétrer.
bijtend salient; noteworthy; remarkable; notable saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
bijtend lurid; acrid; acrimonious; poignant; waspish; acute; perky; vivacious; alert; brisk; adroit; sprightly; vigorous; spry; active vif — Qui est en vie.
bijtend acrid; harsh; bitter; acrimonious; lurid; sharp; keen; poignant; waspish; acute âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
bijtend acrid; harsh; keen; acerbic; acidulous; astringent âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

bijtend form of bijten:

bijten [het ~] nomen

  1. het bijten
    the biting

Translation Matrix for bijten:

NounRelated TranslationsOther Translations
biting bijten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
biting bijtend; bijtende; doordringend; fel; gemeen; gevat; inbijtend; invretend; inwerkend; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen

Related Words for "bijten":


Related Definitions for "bijten":

  1. inwerken op de bovenlaag1
    • dat zuur bijt als het op je huid komt1
  2. je tanden ergens in zetten1
    • hij beet in de appel1

Wiktionary Translations for bijten:

bijten
verb
  1. iets afsnijden of afscheuren door tanden tegen elkaar te duwen
bijten
noun
  1. act of biting
  1. to bite a baited hook or other lure
  2. to attack with the teeth
  3. to cut off a piece by clamping the teeth

Cross Translation:
FromToVia
bijten bite beißen — (transitiv) die Zähne in etwas schlagen
bijten bite mordre — Serrer avec les dents de manière à entamer. (Sens général).