Summary
Dutch
Detailed Translations for zemelen from Dutch to English
zemelen:
-
zemelen
Conjugations for zemelen:
o.t.t.
- zemel
- zemelt
- zemelt
- zemelen
- zemelen
- zemelen
o.v.t.
- zemelde
- zemelde
- zemelde
- zemelden
- zemelden
- zemelden
v.t.t.
- heb gezemeld
- hebt gezemeld
- heeft gezemeld
- hebben gezemeld
- hebben gezemeld
- hebben gezemeld
v.v.t.
- had gezemeld
- had gezemeld
- had gezemeld
- hadden gezemeld
- hadden gezemeld
- hadden gezemeld
o.t.t.t.
- zal zemelen
- zult zemelen
- zal zemelen
- zullen zemelen
- zullen zemelen
- zullen zemelen
o.v.t.t.
- zou zemelen
- zou zemelen
- zou zemelen
- zouden zemelen
- zouden zemelen
- zouden zemelen
diversen
- zemel!
- zemelt!
- gezemeld
- zemelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zemelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
twaddle | apekool; flauwekul; gebazel; gebeuzel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; leuterpraat; nonsens; rimram; waanzin | |
whine | jank; snik | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
twaddle | zemelen | kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen |
whine | zemelen | brullen; dreinen; drenzen; dwingend huilen; emmeren; gillen; grienen; huilen; janken; jengelen; kermen; snikken; snotteren; temen |
Related Words for "zemelen":
Wiktionary Translations for zemelen:
zemelen
Cross Translation:
noun
-
voeding|nld de met de zaadhuiden vergroeide vruchtwanden en kiemen, die vrij komen bij het tot meel malen van de graankorrel
- zemelen → bran
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zemelen | → carp; cavil; grizzle; beef; crab; grouse; kvetch; grouch; niggle; nag; whine; nudge; noodge | ↔ nörgeln — penetrant/störend, aber nicht aggressiv seinen Unmut äußern |
• zemelen | → bran | ↔ son — résidu de la mouture du blé et d’autres céréales, provenant du péricarpe des grains. |
zemelen form of zemel:
-
de zemel (zeurkous; geitenbreier; zeikerd; zeurpiet; zeur)