Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. materieel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for materieel from Dutch to English

materieel:

materieel adj

  1. materieel (stoffelijk)

materieel [het ~] nomen

  1. het materieel
    the materiel; the materials

Translation Matrix for materieel:

NounRelated TranslationsOther Translations
material benodigdheid; materiaal; stof; textiel; weefsel
materials materieel benodigdheden; benodigdheid; bouwmateriaal; bouwstoffen; materiaal; materialen
materiel materieel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
material materieel; stoffelijk cruciaal; elementair; essentieel; noodzakelijk; vereist
tangible materieel; stoffelijk aanraakbaar; bemerkbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; herkenbaar; hoorbaar; konkreet; merkbaar; stoffelijk; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar

Related Words for "materieel":

  • materieels

Wiktionary Translations for materieel:

materieel
adjective
  1. related to matter
  2. worldly
  3. concerned with the human, earthly or physical rather than spiritual

Cross Translation:
FromToVia
materieel material; data; stuff matériau — À trier