Summary


Dutch

Detailed Translations for verkrijging from Dutch to English

verkrijging:

verkrijging [de ~ (v)] nomen

  1. de verkrijging (aankoop; acquisitie; kopen; )
    the acquisition; the buy; the procurance; the purchasing; the obtaining
    the purchase
    – the acquisition of something for payment 1
    • purchase [the ~] nomen
      • they closed the purchase with a handshake1
    the buying
    – the act of buying 1
    • buying [the ~] nomen
      • buying and selling fill their days1
    the acquiring
    – the act of acquiring something 1
    • acquiring [the ~] nomen
      • I envied his talent for acquiring1

Translation Matrix for verkrijging:

NounRelated TranslationsOther Translations
acquiring aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving aanleren
acquisition aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; boodschap; koop
buy aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving
buying aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving
obtaining aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving behalen
procurance aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving
purchase aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; annexatie; boodschap; inkoop; inlijving; koop
purchasing aankoop; aanschaf; acquisitie; afname; koop; kopen; verkrijging; verwerving
VerbRelated TranslationsOther Translations
buy aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven
purchase aankopen; aanschaffen; kopen; verkrijgen; verwerven

Wiktionary Translations for verkrijging:


External Machine Translations: