Dutch
Detailed Translations for uiterlijk from Dutch to English
uiterlijk:
-
het uiterlijk (verschijning; voorkomen; gedaante; type; buitenkant; vorm; vertoon; aanzien; aangezicht; gelaat)
-
het uiterlijk (iemand zijn uiterlijk; verschijning; voorkomen; gedaante; vorm; vertoon; buitenkant; aangezicht)
-
het uiterlijk (postuur; figuur; gedaante)
-
uiterlijk (uitwendig)
-
uiterlijk (op z'n laatst)
-
uiterlijk (buitenaf)
external; from the outside; outwardly; outside-
external adj
-
from the outside adj
-
outwardly adv
-
outside adj
-
Translation Matrix for uiterlijk:
Related Words for "uiterlijk":
Wiktionary Translations for uiterlijk:
uiterlijk
Cross Translation:
noun
-
physical appearance
-
way of speaking or acting
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uiterlijk | → expression; countenance; face; look; mien; looks | ↔ Miene — Gesichtszüge als situativer Wesens- bzw. Gemütsausdruck |
• uiterlijk | → countenance; expression; look; face; looks; mien | ↔ Miene — äußere Erscheinung, mit besonderer Betonung des Gesichts |
• uiterlijk | → air | ↔ air — mélange gazeux constituer l’atmosphère. |
• uiterlijk | → speed; pace; velocity; appearance; aspect; look; sight; view; countenance; guise; respect | ↔ allure — façon d’aller, de marcher. |
• uiterlijk | → expression; mien; look; air; appearance | ↔ mine — air qui résulter de la conformation extérieure de la personne, et principalement du visage. |