Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. intikken:


Dutch

Detailed Translations for intik from Dutch to German

intikken:

intikken verb (tik in, tikt in, tikte in, tikten in, ingetikt)

  1. intikken (intypen; intoetsen)
    eintippen; eingeben
    • eintippen verb (tippe ein, tippst ein, tippt ein, tippte ein, tipptet ein, eingetippt)
    • eingeben verb (gebe ein, gibst ein, gibt ein, gab ein, gabt ein, eingegeben)

Conjugations for intikken:

o.t.t.
  1. tik in
  2. tikt in
  3. tikt in
  4. tikken in
  5. tikken in
  6. tikken in
o.v.t.
  1. tikte in
  2. tikte in
  3. tikte in
  4. tikten in
  5. tikten in
  6. tikten in
v.t.t.
  1. heb ingetikt
  2. hebt ingetikt
  3. heeft ingetikt
  4. hebben ingetikt
  5. hebben ingetikt
  6. hebben ingetikt
v.v.t.
  1. had ingetikt
  2. had ingetikt
  3. had ingetikt
  4. hadden ingetikt
  5. hadden ingetikt
  6. hadden ingetikt
o.t.t.t.
  1. zal intikken
  2. zult intikken
  3. zal intikken
  4. zullen intikken
  5. zullen intikken
  6. zullen intikken
o.v.t.t.
  1. zou intikken
  2. zou intikken
  3. zou intikken
  4. zouden intikken
  5. zouden intikken
  6. zouden intikken
en verder
  1. is ingetikt
diversen
  1. tik in!
  2. tikt in!
  3. ingetikt
  4. intikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for intikken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
eingeben intikken; intoetsen; intypen afstemmen; dicteren; geneesmiddel toedienen; geven; inboezemen; influisteren; ingeven; inspireren; instellen; invoeren; souffleren; toedienen; typen; verstrekken
eintippen intikken; intoetsen; intypen afstemmen; instellen