Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. handboek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for handboek from Dutch to German

handboek:

handboek [het ~] nomen

  1. het handboek (gebruiksaanwijzing; leidraad; instructies; aanwijzingen)
    die Gebrauchsanweisung; der Leitfaden; Handbuch
  2. het handboek
    Handbuch

Translation Matrix for handboek:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gebrauchsanweisung aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; handboek; instructies; leidraad aanwijzingen; bijsluiter; gebruiksaanwijzing; gebruiksaanwijzingen; handleiding; handleidingen; instructies; uitleg
Handbuch aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; handboek; instructies; leidraad beknopte handleiding; gebruiksaanwijzing; gids; handleidingen; handwijzer; leidraad
Leitfaden aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; handboek; instructies; leidraad basislijn; beknopte handleiding; gids; grondlijn; hoofdlijn; hoofdlijn in plan of verhaal; leidraad

Related Words for "handboek":

  • handboeken, handboekje, handboekjes

Wiktionary Translations for handboek:

handboek
noun
  1. een boek waarin getracht wordt alle informatie nuttig voor een bepaalde bezigheid bijeen te brengen
handboek
noun
  1. Gebrauchsanweisung oder Sammelwerk in knapper Fassung über ein bestimmtes Gebiet, insbesondere in Buchform
  2. Beschreibung zur Handhabe eines Gerätes

Cross Translation:
FromToVia
handboek Handbuch handbook — a book of reference
handboek Handbuch manual — booklet that instructs
handboek Lehrbuch; Schulbuch textbook — formal manual of instruction
handboek Handbuch; Leitfaden; Kompendium manuellivre destiné à l’apprentissage d'une matière scolaire ou d’un métier.