Summary
Dutch to German: more detail...
- betrokken:
- betrekken:
-
Wiktionary:
- betrokken → bedeckt, bewölkt, wehmütig, dunkel, finster, düster, trübe
- betrekken → bewölken, einbeziehen
- betrekken → einwickeln, hineinziehen, verwickeln
Dutch
Detailed Translations for betrokken from Dutch to German
betrokken:
-
betrokken (ermee gemoeid zijn)
-
betrokken (sip; teleurgesteld; beteuterd)
betreten; bedripst; niedergedrückt; belemmert-
betreten adj
-
bedripst adj
-
niedergedrückt adj
-
belemmert adj
-
Translation Matrix for betrokken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
betreten | betreden | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bedripst | beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld | beduusd; beteuterd |
belemmert | beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld | |
beteiligt an | betrokken; ermee gemoeid zijn | |
betreten | beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld | beduusd; beteuterd; getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex; verschrikt |
niedergedrückt | beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld |
Related Words for "betrokken":
betrokken form of betrekken:
-
betrekken
Conjugations for betrekken:
o.t.t.
- betrek
- betrekt
- betrekt
- betrekken
- betrekken
- betrekken
o.v.t.
- betrok
- betrok
- betrok
- betrokken
- betrokken
- betrokken
v.t.t.
- heb betrokken
- hebt betrokken
- heeft betrokken
- hebben betrokken
- hebben betrokken
- hebben betrokken
v.v.t.
- had betrokken
- had betrokken
- had betrokken
- hadden betrokken
- hadden betrokken
- hadden betrokken
o.t.t.t.
- zal betrekken
- zult betrekken
- zal betrekken
- zullen betrekken
- zullen betrekken
- zullen betrekken
o.v.t.t.
- zou betrekken
- zou betrekken
- zou betrekken
- zouden betrekken
- zouden betrekken
- zouden betrekken
en verder
- ben betrokken
- bent betrokken
- is betrokken
- zijn betrokken
- zijn betrokken
- zijn betrokken
diversen
- betrek!
- betrekt!
- betrokken
- betrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for betrekken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
beziehen | betrekken | bedekken; bekleden; bespannen; opspannen; overtrekken; relateren; spannen; stofferen; van bekleding voorzien |
einmieten | betrekken | charteren; huren; kuilen |
Related Definitions for "betrekken":
Wiktionary Translations for betrekken:
betrekken
Cross Translation:
verb
betrekken
-
bewolkt raken
- betrekken → bewölken
verb
-
trennbar, transitiv: jemanden oder etwas zu einer Gruppe rechnen, in eine Gruppe hineinnehmen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• betrekken | → einwickeln; hineinziehen; verwickeln | ↔ empêtrer — engager dans des entraves, dans ce qui gêner. — note Il se dit proprement parler des pieds, des jambes. |
• betrekken | → einwickeln; hineinziehen; verwickeln | ↔ entortiller — envelopper un objet dans quelque chose que l’on tortiller ou tortiller quelque chose autour d’un objet. |
External Machine Translations: