Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aanschrijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanschrijven from Dutch to German

aanschrijven:

aanschrijven verb (schrijf aan, schrijft aan, schreef aan, schreven aan, aangeschreven)

  1. aanschrijven (kennis geven; konde doen; aanzeggen)
    ansagen; anschreiben; kundgeben
    • ansagen verb (sage an, sagst an, sagt an, sagte an, sagtet an, angesagt)
    • anschreiben verb (schreibe an, schreibst an, schreibt an, schrieb an, schriebt an, angeschrieben)
    • kundgeben verb (gebee kund, gebest kund, gebet kund, gebete kund, gebetet kund, kundgegeben)

Conjugations for aanschrijven:

o.t.t.
  1. schrijf aan
  2. schrijft aan
  3. schrijft aan
  4. schrijven aan
  5. schrijven aan
  6. schrijven aan
o.v.t.
  1. schreef aan
  2. schreef aan
  3. schreef aan
  4. schreven aan
  5. schreven aan
  6. schreven aan
v.t.t.
  1. heb aangeschreven
  2. hebt aangeschreven
  3. heeft aangeschreven
  4. hebben aangeschreven
  5. hebben aangeschreven
  6. hebben aangeschreven
v.v.t.
  1. had aangeschreven
  2. had aangeschreven
  3. had aangeschreven
  4. hadden aangeschreven
  5. hadden aangeschreven
  6. hadden aangeschreven
o.t.t.t.
  1. zal aanschrijven
  2. zult aanschrijven
  3. zal aanschrijven
  4. zullen aanschrijven
  5. zullen aanschrijven
  6. zullen aanschrijven
o.v.t.t.
  1. zou aanschrijven
  2. zou aanschrijven
  3. zou aanschrijven
  4. zouden aanschrijven
  5. zouden aanschrijven
  6. zouden aanschrijven
diversen
  1. schrijf aan!
  2. schrijft aan!
  3. aangeschreven
  4. aanmschrijfende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanschrijven [znw.] nomen

  1. aanschrijven (aanzeggen)
    Anschreiben; Ankündigen; Ansagen; Anmelden

Translation Matrix for aanschrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ankündigen aanschrijven; aanzeggen aankondigen; aanzeggen; bekendmaken; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; melden
Anmelden aanschrijven; aanzeggen aanmelden; aanvragen; inschrijving; opgeven
Ansagen aanschrijven; aanzeggen aankondigen; aanzeggen; bekendmaken; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; melden
Anschreiben aanschrijven; aanzeggen aanschrijvingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
Anmelden Aanmelden
ansagen aanschrijven; aanzeggen; kennis geven; konde doen afkondigen; decreteren; iets aankondigen; in aantocht zijn; uitvaardigen; zich aandienen; zich voordoen
anschreiben aanschrijven; aanzeggen; kennis geven; konde doen
kundgeben aanschrijven; aanzeggen; kennis geven; konde doen iets aankondigen; in aantocht zijn; openbaren; zich aandienen; zich uiten; zich voordoen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Anschreiben begeleidende brief

Wiktionary Translations for aanschrijven:


Cross Translation:
FromToVia
aanschrijven Antrag application — a verbal or written request